Vrouwelijke journalisten doelwit van repressie

Steeds vaker zijn vrouwelijke journalisten in Turkije doelwit van intimidatie en repressie. Bovendien is sprake van een politiek klimaat waarin vrouwen in de Turkse media steeds vaker op de korrel worden genomen of wordt via de social media de aanval op hen geopend. Een overzicht.

Pelin Ünker

pelin unker

Een rechtbank in Istanbul veroordeelde onderzoeksjournaliste Pelin Ünker op 9 januari 2019 tot ruim één jaar gevangenisstraf en een boete van 1.400 euro, omdat ze met haar berichtgeving de Turkse parlementsvoorzitter Binali Yildirim en zijn zoon zou hebben belasterd. Pelin Ünker had via de Paradise Papers bedrijven van onder meer de Yildirims achterhaald. De Paradise Papers zijn miljoenen financiële documenten die in 2016 werden gelekt. Ze legden grootschalige belastingontwijking bloot door sporters, acteurs en politici - veelal via postbusfirma's en ingewikkelde constructies via belastingparadijzen. Ünker richtte zich niet specifiek op Yildirim en zijn zoon, maar kwam hen tegen bij het doorspitten van de documenten. De journaliste heeft de parlementsvoorzitter wederhoor geboden. Yildirim was tot juli 2018 premier van Turkije, tot die functie verviel vanwege de machtsconsolidatie van president Erdogan. Na de onthullingen stapte Yildirim naar de rechter vanwege vermeende laster. Ünker is voormalig economisch redacteur bij de Turkse krant Cumhuriyet, dat al jaren onder vuur ligt en vorig jaar van bovenaf een nieuw bestuur kreeg opgelegd. Tientallen jouranlisten stapten toen uit protest op.

 

Ayla Albayrak

De Fins-Turkse journaliste Ayla Albayrak - voormalig verslaggever van de Wall Street Journal en Helsingin Sanomat - werd op 11 oktober 2017 veroordeeld tot twee jaar en één maand gevangenisstraf. Dit gebeurde op basis van een artikel en een video over de Patriottische Revolutionaire Jeugdbeweging (YDG-H), een Koerdische militante jongerengroepering. Dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd in de Wall Street Journal op 19 augustus 2015. Albayrak tekende beroep aan tegen de straf bij een regionale rechtbank.

 

Albayrak reisde in de zomer van 2015 af naar de stad Silopi in het zuidoosten van Turkije om onderzoek te doen en een artikel te schrijven voor de Wall Street Journal, mede gebaseerd op interviews met politici, burgers en een groep militanten die gelieerd zijn aan de verboden Arbeiderspartij van Koerdistan (PKK). De journaliste werd beschuldigd van 'terroristische propaganda' vanwege het artikel 'Stedelijke oorlogsvoering escaleert in het door Koerden bewoonde zuidoosten van Turkije'. Dit artikel werd later gepubliceerd in andere Turkse media zonder dat haar krant of Albayrak hiervoor toestemming hadden gegeven. De toegang tot pagina's die door Turkse media waren gepubliceerd, werd op 24 augustus 2015 door het Directoraat voor Telecommunicatie geblokkeerd. Tegen Albayrak werd een onderzoek ingesteld. Uit een rapport van de anti-terreurafdeling van de politie van 10 oktober 2016 bleek dat er geen sprake was van een relatie tussen Albayrak en de PKK. Tijdens de derde rechtszitting op 13 november 2018 werd Albayrak vrijgesproken.

 

Seda Taşkın

Het gerechtshof in Muş veroordeelde journaliste Seda Taşkın in oktober 2018 tot zeven jaar en zes maanden gevangenisstraf op beschuldiging van lidmaatschap van een terroristische organisatie. Taşkın, verslaggever van het persagentschap Mezopotamya, werd op 23 januari 2018 opgepakt tijdens een politie-inval in haar woning in Ankara. Haar advocaten stellen dat de politie een anonieme tip heeft gebruikt om haar arrestatie te legitimeren. Taşkın werd eerder gedetineerd op 20 december 2017 toen ze verslag deed in de provincie Muş, in het zuidoosten van Turkije. De aanklager tekende beroep aan tegen haar latere vrijlating op 23 december en gelastte opnieuw haar arrestatie. De aanklacht, die twee maanden na haar arrestatie in januari 2018 werd voorbereid, verwijst naar een anonieme e-mail van een informant die aanleiding is geweest voor haar arrestatie. Hierin wordt beweerd dat Taşkın lid is van de Unie van Koerdische Gemeenschappen (KCK), die gelieerd zou zijn aan de Koerdische Arbeiderspartij (PKK). Volgens de advocaat van Taşkın, Gulan Çağın Kaleli, heeft het IP-adres dat bij de e-mail hoort, de extensie 'EGM'. Deze afkorting staat voor Emniyet Genel Müdürlüğü, ofwel het hoofkwartier van de politie. Alles wijst er dan ook op dat de gewraakte mail is verzonden door een politiefunctionaris. Het gerechtshof is niet ingegaan op het verzoek van de advocaten om onderzoek te doen naar de identiteit van deze 'informant'. Ook roept de korte tijd die tussen het verzenden van de e-mail en de arrestatie van Taşkın verstreek veel vragen op. Hoewel Muş een relatief grote stad is, verstreken slechts twintig minuten tussen het moment dat de mail werd verzonden en de arrestatie van de journaliste.

 

Canan Çoşkun

Canan Coşkun, verslaggever van het dagblad Cumhuriyet, is op 19 juli 2018 veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar en drie maanden. Coşkun wordt beschuldigd van het 'beschadigen van een individu', nadat ze met naam en toenaam verwees naar een 'geheime getuige' in de rechtszaak waarbij academica Nuriye Gülmen en docente Semih Özakça werden berecht als onderdeel van een gerechtelijk onderzoek tegen het Revolutionaire Volksbevrijdingsfront (DHKP-C). De aanklager eiste dat Coşkun zou worden berecht op basis van artikel 6/1 van de Anti-Terreurwet en dat zij tot drie jaar gevangenisstraf zou worden veroordeeld. Bülent Utku, de advocaat van Coşkun, stelde dat de 'geheime getuige', Berk Ercan, naar wie in de aanklacht wordt verwezen, geen 'overheidsambtenaar is' of een 'persoon die belast is met terreurbestrijding'. 

 

Fréderike Geerdink

Op 5 september 2015 werd de Nederlandse journaliste Fréderike Geerdink, die eerder vanuit de zuidoostelijke stad Diyarbakir over Turkije berichtte, tegelijk met een groep van 32 Koerdische activisten, opgepakt in Yüksekova. De autoriteiten beweerden dat zij zich in verboden gebied bevond. "Turkije mengt zich verregaand in het werk van journalisten. De situatie was al zorgelijk voor Turkse media, maar nu kunnen buitenlandse journalisten hun werk ook niet meer doen", aldus Thomas Bruning, algemeen secretaris van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ). Op 9 september werd Geerdink uiteindelijk uitgezet naar Nederland. Zij werd eerder, op 6 januari 2015, ook opgepakt en op 13 april vrijgesproken. Ze werd toen naar aanleiding van een interview met een hooggeplaatst lid van de PKK beschuldigd van het verspreiden van propaganda voor een terroristische organisatie. Geerdink woonde en werkte bijna tien jaar in Turkije.

 

 Nevşin Mengü

President Erdoğan richtte in mei 2015 zijn pijlen op Nevşin Mengü, presentator van tv-kanaal CNN Türk. Tijdens een speech voor het algemene bestuur van de Federatie van Buschauffeurs haalde Erdoğan uit naar de journaliste naar aanleiding van een dialoog die zij op Twitter met een volger had. De verklaring van de president luidde als volgt: "Een presentator - dochter van een voormalig parlementslid van de Republikeinse Volkspartij - maakt het presidentiële systeem en buschauffeurs belachelijk en spreekt over een 'Heilige Drie-eenheid': 'dorpshoofd, taxichauffeur, buschauffeur'. Wie beledigt zij eigenlijk? De gehele natie."Eerder nam Erdoğan verschillende vrouwelijke journalisten onder vuur, onder wie Nuray Mert, Rengin Arslan, Selin Girit, Melis Alphan en Amberin Zaman.

 

Mine Bekiroğlu

In maart 2015 werd Mine Bekiroğlu, een journaliste uit Adana, veroordeeld tot vijf maanden gevangenisstraf voor belediging van president Erdoğan. Zij zou zich laatdunkend over het staatshoofd hebben uitgelaten op Facebook. Op belediging van het staatshoofd staat in Turkije maximaal vier jaar gevangenisstraf. Belediging van de regering kan worden bestraft met maximaal twee jaar cel.

  

Sedef Kabaş

Op 16 januari 2015 werd tot vijf jaar gevangenisstraf geëist tegen voormalig presentator en journaliste Sedef Kabaş - die in het verleden onder meer werkte voor CNN International - wegens een Twitter-bericht over het veelbesproken corruptieschandaal dat op 17 december 2013 aan het licht kwam. In het bericht, dat Kabaş in december 2014 op Twitter plaatste, roept zij haar volgers op de naam van de hoofdofficier van justitie in İstanbul, Hadi Salihoğlu, die het onderzoek naar het corruptieschandaal seponeerde, niet te vergeten. ''Vergeet nooit de naam van deze man. De officier van justitie die besloot om niet tot vervolging over te gaan, is Hadi Salihoğlu'', twitterde Kabaş. Voor die tweet werd Kabaş opgepakt. Ze moest voorkomen bij een rechter en een verklaring afleggen. Kabaş wordt beschuldigd van 'het dwarsbomen van functionarissen die betrokken zijn bij de strijd tegen terrorisme'. Salihoğlu is eiser in de zaak. ''Zoals blijkt uit de inhoud van de tweet, is het duidelijk, zonder enige twijfel, dat Kabaş Salihoğlu heeft bedreigd'', staat in de aanklacht. Ook werd Kabaş beschuldigd van smaad.

 

 Füsun Erdoğan

De Turkse rechtbank veroordeelde de Nederlands-Turkse journaliste Füsun Erdoğan in de nacht van 4 op 5 november 2013 tot levenslange celstraf vanwege het leiden van een linkse terreurorganisatie. Ze zat op dat moment al zeven jaar vast. Een delegatie van internationale journalisten was eerder in september aanwezig bij een rechtszaak tegen Erdoğan, nadat in juni levenslang tegen haar was geëist. De NVJ en de Europese Federatie van Journalisten (EFJ) vroegen aandacht voor haar zaak. Erdoğan keerde in 1989 vanuit Nederland terug naar Turkije waar zij tot aan haar arrestatie in 2006 als journalist werkzaam was in Istanbul. Ze was oprichter en directeur van de regionale radiozender Özgür Radio (Vrije Radio). Zes maanden nadat Erdoğan in 2014 uiteindelijk voorwaardelijk werd vrijgelaten uit de gevangenis slaagde zij er in, ondanks een reisverbod, opnieuw naar Nederland te vluchten, waar zij nu woont en werkt.

 

 Amberin Zaman

Op 13 augustus 2014 riepen 127 vrouwelijke auteurs, journalisten, academici en activisten premier Erdoğan op zijn excuses aan te bieden aan de journaliste Amberin Zaman. Erdoğan liet zich in de aanloop naar de presidentsverkiezingen denigrerend uit over Amberin Zaman en nam ook andere vrouwelijke journalisten onder vuur, onder wie Nuray Mert, Rengin Arslan, Selin Girit en Melis Alphan. Amberin Zaman is de dochter van Arshad-ülZaman, een journalist uit Bangladesh. Ze werd geboren in New York en studeerde in Zwitserland. Na haar terugkeer naar de VS werd Zaman in 1992 correspondent in Turkije voor de Los Angeles Times, The Economist, de Daily Telegraph en de Washington Post. Ze was ook werkzaam voor BBC World Turkije als commentator. Nadat zij haar ontslag kreeg van Haber Türk, trad zij in dienst bij Taraf. Ze werd bij HaberTürk ontslagen vanwege de kritische columns die zij schreef. De journaliste schrijft veel over minderheden in Turkije en is voorstander van een normalisering van de Turks-Armeense relaties. Tijdens de Gezi-protesten in 2013 werd de aanval op Zaman via Twitter geopend. In 2014 omschreef Erdoğan haar als een 'militant vermomd als een journalist, een schaamteloze vrouw, die haar plaats moet kennen'. Als antwoord schreef zij een column in Taraf met de titel 'Wordt dan eerst een mens!' Na haar verslaggeving over de aanslag op Charlie Hebdo werd via Twitter opnieuw de aanval op haar geopend. Hierover zei ze: "Het is alsof je publiekelijk wordt gelyncht. Ik ben bang voor mijn veiligheid als ik op straat loop."

 

De Turkse Vakbond voor Journalisten (TGS) publiceerde in maart 2018 een rapport over de repressie van vrouwelijke journalisten in Turkije.

Lees ook: Turkey's female journalists doubly targeted in media crackdown