De Turkse rechtbank veroordeelde de Nederlands-Turkse journaliste Füsün Erdoğan in de nacht van 4 op 5 november 2013 tot levenslange celstraf vanwege het leiden van een linkse terreurorganisatie. Ze zat op dat moment al zeven jaar vast. Een delegatie van internationale journalisten was eerder in september aanwezig bij een rechtszaak tegen Erdoğan, nadat in juni levenslang tegen haar was geëist. De Nederlandse Vereniging van Journalisten en de Europese Federatie van Journalisten vroegen aandacht voor haar zaak. Zes maanden nadat Erdoğan in 2014 uiteindelijk voorwaardelijk werd vrijgelaten uit de gevangenis slaagde zij er in, ondanks een reisverbod, opnieuw naar Nederland te vluchten, waar zij nu woont en werkt.
Erdoğan keerde in 1989 vanuit Nederland terug naar Turkije waar zij tot aan haar arrestatie in 2006 als journalist werkzaam was in Istanbul. Ze was oprichter en directeur van de regionale radiozender Özgür Radio (Vrije Radio). Het radiostation begon in 1995 met uitzenden. Ze werd op 8 september 2006 op klaarlichte dag in een drukke straat in Izmir door politieagenten in burger in een auto geduwd en geblinddoekt afgevoerd, waarna ze vier dagen lang werd gedetineerd. Op 12 september werd Erdoğan voor de rechter geleid. Zij vertelde de aanklager dat ze weigerde een verklaring af te leggen, zolang zij niet wist wat de aanklacht tegen haar was. Ze werd diezelfde dag gearresteerd. Pas in de zomer van 2007 werd de aanklacht openbaar gemaakt. Uiteindelijk heeft Erdoğan acht jaar in de gevangenis gezeten.
Verschillende factoren hebben bijgedragen aan de plotselinge vrijlating van de journaliste. Een wetswijziging in maart 2014 zorgde ervoor dat verdachten nog maar maximaal vijf jaar in voorarrest vast mogen zitten. Volgt er in deze jaren geen veroordeling, dan moet de gevangene vrijgelaten worden. Eerder gold een maximaal voorarrest van tien jaar. "Toen sprake was van een wetswijziging heb ik opnieuw een aanvraag ingediend. Deze werd in eerste instantie geweigerd, maar de wetswijziging heeft uiteindelijk wel bijgedragen aan mijn vrijlating." Volgens Erdoğan is de druk op Turkije van buitenaf één van de belangrijkste redenen geweest. "De Europese Commissie, mijn zoon Aktaş, vakbonden en journalisten hebben bijgedragen aan mijn vrijlating."