Koerdische journalisten structureel slachtoffer oneerlijke rechtsgang

Koerdische journalisten die in Turkije in de gevangenis zitten, moeten allerlei obstakels overwinnen als zij voor hun rechten willen opkomen. Vaak zitten zij in gevangenissen op vele honderden kilometers afstand van de rechtbank waar zij worden berecht. Dit staat bezoek van hun familieleden en toegang tot juridische bijstand in de weg. Sommige verdachten verschijnen zelfs nooit zelf voor de rechter of krijgen niet de mogelijkheid getuigen te ondervragen die verklaringen over hen hebben afgelegd.

 

Door Nimet Ölmez - Dit artikel is onderdeel van Turkey Dispatches, een reeks artikelen van het International Press Institute (IPI) over persvrijheid en journalistiek in Turkije, geschreven door journalisten uit Turkije.

Türkçesi için tıklayınız

 

Vijf journalisten die werkzaam waren voor het inmiddels gesloten persagentschap Dicle (DİHA) - Nedim Türfent, Ziya Ataman, Seda Taşkın, İdris Sayılğan en Abdülhalik Kaya - is het recht ontzegd bij hun rechtszitting aanwezig te zijn. In plaats hiervan zijn zij gedwongen hun verklaring af te leggen via het video conferencing-systeem dat bekendstaat onder het acroniem SEGBİS. Het gebruik van dit systeem is sinds 2013 bijna vertwintigvoudigd. Technische storingen en slechte tolken bemoeilijken echter de communicatie. In het geval van Ataman en Sayılğan beweerden functionarissen van de rechtbank dat SEGBİS door een technische storing niet goed functioneerde, waardoor de verdachten de procedure niet konden volgen.

 

Dit artikel is gebaseerd op een analyse van cases van gevangen Koerdische journalisten en schendingen van hun recht op een eerlijk proces. Deze schendingen lijken een patroon te volgen.

 

Nedim Türfent

In december 2017 is Nedim Türfent, fotojournalist van DIHA, veroordeeld tot acht jaar en negen maanden gevangenisstraf vanwege 'lidmaatschap van een terroristische organisatie'. Dit gebeurde na een proces dat wordt gekenmerkt door talloze onrechtvaardigheden. Hoewel alle vijf zittingen plaatvonden in een gerechtshof in Hakkâri, in het zuidoosten van Turkije, is Türfent naar vijf verschillende gevangenissen overgebracht. Uiteindelijk werd hij geplaatst in de streng beveiligde gevangenis in Van, op meer dan tweehonderd kilometer afstand van Hakkâri. De juridische autoriteiten verwierpen Türfent's verzoeken om zelf bij de zittingen aanwezig te kunnen zijn. Hierdoor kon hij zichzelf niet voor de rechtbank verdedigen of getuigen ondervragen die een verklaring tegen hem hadden afgelegd. Bovendien waren er tijdens de derde en vierde zitting grote problemen met de tolk, toen Türfent zijn verklaring in zijn moedertaal, het Koerdisch, wilde afleggen. De tolk beheerste zijn taal - het Kurmanji Koeridsch - niet, waardoor Türfent moest vragen om een correctie van de vertalingen. Zoals toen hij reageerde op een verklaring van een geheime getuige die beweerde dat Türfent had gesproken met 'blonde persoon met blauwe ogen die lid was van een terroristische organisatie'. Türfent verklaarde: "Ik ben op veel plaatsen geweest en heb veel mensen gezien, maar ik heb zeker geen ontmoeting gehad met een lid van een terroristische organisatie." De tolk vertaalde dit als volgt: "Ik ben een journalist en journalisten kunnen iedereen ontmoeten en hierover nieuws maken." Nadat Türfent ingreep, corrigeerde de rechtbank zijn verklaring. Bovendien had Türfent tijdens de duur van zijn proces geen toegang tot een computer of een bibliotheek om zijn verdediging te kunnen voorbereiden.

 

İdris Sayılğan

Op 24 oktober 2016 werd İdris Sayılğan - verslaggever van DIHA - gearresteerd in zijn woning in Muş, in het oosten van Turkije. Hierna is hij overgebracht naar een gevangenis in Trabzon, op zo'n 450 kilometer afstand van zijn woonplaats. De rechtszaak tegen Sayılğan vindt plaats in Muş, waar ook zijn familie en advocaten wonen. Zijn ouders hebben hem slechts twee keer kunnen bezoeken en hij heeft slechts één keer zijn advocaat voor een rechtszitting kunnen raadplegen. Net als Türfent moest Sayılğan zijn verklaring afleggen via SEGBİS.

 Tijdens de derde rechtszitting, op 23 mei 2018, beweerden functionarissen van de rechtbank dat het niet was gelukt om de verklaring van de journalist af te nemen door een technische storing in SEGBİS. Later vertelde Sayılğan zijn familie echter dat een bewaker hem naar zijn cel had teruggebracht, nadat deze hem ten onrechte had verteld dat het Hof hem niet had opgeroepen een verklaring via SEGBİS af te nemen. Nu hij geenpersoonlijke verklaring en ook geen verklaring op camera kon afleggen, besloot Sayılğan een schriftelijke verklaring van tien pagina's op te stellen. Net als zijn collega-journalisten wordt Sayılğan vervolgd vanwege zijn journalistieke werkzaamheden. Lees hier meer over de achtergronden van zijn zaak.

 

 

 

Abdulhalik Kaya

Journalist Abdulhalik Kaya wordt vervolgd vanwege opnames die hij in 2014 heeft gemaakt in Ağrı, een stad vlakbij de grens met Iran in het oosten van Turkije. Kaya wordt beschuldigd van 'steun aan een terroristische organisatie', nadat hij opnames maakte van een festival op 3 september 2014 op de berg Ararat. Op het festival waren PKK-vlaggen en -posters te zien. Nadat hij was gearresteerd, werd Kaya overgebracht naar een gevangenis in Rize, op zo'n vijfhonderd kilometer afstand, terwijl zijn rechtszaak in Ağrı plaatsvindt. Dit maakt het moeilijk voor zijn familie en advocaat om hem te bezoeken. Tijdens de vierde rechtszitting werd via SEGBIS een verbinding gelegd tussen Kaya en de rechtszaal. Kaya was echter slecht voorbereid op het afleggen van een verklaring. Zijn advocaat kreeg voordat de zitting begon slechts één minuut de tijd om met zijn cliënt via SEGBIS te overleggen.

 Seda Taşkın

Seda Taşkın is op 20 december 2017 in Muş, in het oosten van Turkije, gearresteerd nadat de autoriteiten 'serieuze informatie van een informant' hadden ontvangen. Ze werd vier dagen vastgehouden voordat ze werd vrijgelaten. Toen de openbare aanklager hiertegen beroep aantekende, werd Taşkın op 23 januari 2018 opnieuw gearresteerd in Ankara. Ze zit nu in de Vrouwengevangenis van Sincan, vlakbij Ankara, op zo'n duizend kilometer afstand van Muş waar haar rechtszaak plaatsvindt. Lees hier meer over de achtergronden van haar zaak (Turks/Engels). Tijdens de eerste rechtszitting op 2 juli 2018 werd Taşkın beschuldigd van 'terroristische propaganda' en 'lidmaatschap van een terroristische organisatie'. Net als de andere journalisten kon Taşkın alleen een verklaring afleggen via SEGBİS. Ze vertelde dat ze naar Muş was gekomen om een nieuwsartikel te schrijven over een culturele organisatie in de stad. Taşkın zei ook dat ze had blootgestaan aan fysieke en psychologische druk en dat ze slechts beperkt contact mocht hebben met haar advocaat.

"Tijdens mijn eerste dag in hechtenis werd mij verteld dat ik me moest ontkleden voor een body-check'", vertelde ze aan de rechtbank. "Ik weigerde en toen gebeurde dit onder dwang. Op de tweede dag van mijn detentie mocht ik mijn advocaat vijf minuten zien en voordat hij op bezoek kwam, kreeg ik opnieuw een 'body-check'. Onderweg van en naar het ziekenhuis wilde ik niet in een gepantserde politieauto stappen, waarna ik fysiek werd mishandeld. Ik wil dat de rechtbank dit allemaal in overweging neemt."

 Ziya Ataman

Journalist Ziya Ataman werd op 11 april 2016 gearresteerd en heeft hierna 26 maanden in een streng beveiligde gevangenis gezeten. Zijn rechtszaak is in behandeling bij een gerechtshof in Van, in de stad Şırnak, dichtbij de Syrische en Iraakse grens. De eerste zitting vond plaats op 3 maart 2018, bijna twee jaar na zijn arrestatie. Ataman is ook gedwongen zijn verklaring via SEGBİS af te leggen. Tijdens de tweede rechtszitting deed zich een technische storing voor, waardoor hij geen verklaring kon afleggen. Bovendien mochten journalisten niet in de rechtszaal aanwezig zijn om als waarnemer op te treden. Volgens Ataman's advocaat, Barış Oflas, heeft de familie van de journalist nauwelijks de mogelijkheid gehad om hem te bezoeken. Net als Nedim Türfent, die in dezelfde gevangenis in Van zit, heeft Ataman geen beschikking over een computer of toegang tot een bibliotheek, zodat hij zijn verdediging niet goed kan voorbereiden. De laatste zitting vond plaats op 7 augustus 2018. Tot nu toe, na 26 maanden detentie, kreeg Ataman slechts tijdens één rechtszitting maar enkele minuten de tijd om een verklaring af te leggen.

  

Nimet Ölmez is werkzaam als journaliste voor het persagentschap Mezopotamya (MA), waar ze vooral schrijft over vrouwenrechten en journalisten in gevangenschap. Ölmez werkte van 2015 tot de sluiting in oktober 2017 voor het persagentschap Dicle (DİHA). Ölmez is geboren in Hakkâri in het zuidoosten van Turkije en studeerde af aan de Faculteit voor Communicatie aan de Fırat Universiteit in Elazığ - Dit artikel is met toestemming van het International Press Institute (IPI) overgenomen.