Reporters sans Frontières (RSF) heeft de Turkse autoriteiten opgeroepen om alle aanklachten tegen RSF Turkije-vertegenwoordiger Erol Önderoğlu te laten vallen. Hij riskeert 14,5 jaar gevangenisstraf voor het steunen van een oppositiekrant.
Het nieuwe proces tegen Önderoğlu werd op 30 september hervat en is opnieuw uitgesteld tot 1 februari 2022. Voorafgaand aan de zitting werd een demonstratie gehouden voor het gerechtsgebouw van Istanbul in Çağlayan uit solidariteit met de drie beklaagden. Daarbij waren veel ngo’s en politieke organisaties aanwezig.
Önderoğlu en zijn twee medebeklaagden – mensenrechtenverdediger Şebnem Korur Fincancı en schrijver en journalist Ahmet Nesin – worden opnieuw berecht voor deelname aan een solidariteitscampagne in mei 2016 met de pro-Koerdische oppositiekrant Özgür Gündem. Het nieuwe proces, dat op 3 februari begon en in mei zou moeten worden hervat, liep vertraging op door de Covid-19-pandemie.
‘Terroristische propaganda’
“Het is tijd om een einde te maken aan vijf jaar juridische incoherentie”, zei RSF-secretaris-generaal Christophe Deloire. “Dit Kafkaëske proces is het bewijs van de manier waarop de Turkse autoriteiten moedige figuren vervolgen die onvermoeibaar de persvrijheid in hun land verdedigen. Het gebruik van beschuldigingen van terrorisme in dit geval is een absurditeit. Het Turkse rechtssysteem zou zijn positie versterken door deze procedure te staken en te laten zien dat het weigert zich te laten gebruiken.”
Onderoglu en zo’n vijftig andere bekende figuren waren in mei 2016 om de beurt symbolisch Özgür Gündems ‘redacteur voor een dag’ omdat die het slachtoffer was van gerechtelijke vervolging. Op basis van artikelen die tijdens deze solidariteitscampagne in de krant werden gepubliceerd, werden ze beschuldigd van ‘terroristische propaganda’, ‘het prijzen van een misdaad of crimineel’ en ‘een misdaad goedkeuren’ - aanklachten waarop 14,5 jaar in de gevangenis kan staan onder het Turkse wetboek van strafrecht en terrorismewet nr. 3713.
Puur symbolisch
Önderoğlu en zijn medebeklaagden werden in juli 2019 vrijgesproken aan het einde van een proces dat meer dan drie jaar duurde. RSF prees de beslissing destijds als "een uitzonderlijke overwinning voor gerechtigheid en persvrijheid in een land waar beide elke dag met voeten worden getreden."
Hun vrijspraak werd in 2020 echter ongedaan gemaakt door een hof van beroep in Istanbul, dat het argument verwierp dat hun redactionele rol puur symbolisch was en kritiek had op de beslissing van de oorspronkelijke rechtbank van assisen om hun zaken afzonderlijk te behandelen van die van Özgür Gündem-redacteur Inan Kizilkaya, die werd berecht op vergelijkbare gronden.
Het hof van beroep deed deze uitspraak slechts een week nadat president Erdoğan een van Önderoğlu’s medebeklaagden er publiekelijk van beschuldigde een 'terrorist' te zijn. Als gevolg hiervan moet een rechtbank van assisen de drie beklaagden opnieuw berechten op basis van dezelfde aanklachten. Tot dusver is het enige verschil met het eerste proces de opname van de redacteur van Özgür Gündem op de lijst van potentiële getuigen, hoewel hij nog niet is opgeroepen om te getuigen.
Turkije grootste gevangenbewaarder
Önderoğlu is sinds 1996 de vertegenwoordiger van RSF in Turkije en is zowel journalist als fervent pleitbezorger van de persvrijheid. Als gevolg van zijn toewijding en integriteit is hij een leidende figuur in Turkije, is hij over de hele wereld bekend en heeft hij verschillende internationale onderscheidingen ontvangen. Bij zijn rechtszaken zijn altijd veel vertegenwoordigers van mediaorganisaties aanwezig. RSF probeert zoveel mogelijk druk uit te oefenen op de Turkse autoriteiten.
Gerangschikt als 153e van 180 landen in RSF's 2021 World Press Freedom Index, is Turkije momenteel Europa's grootste gevangenbewaarder van professionele journalisten. De weinige overgebleven onafhankelijke media worden voortdurend lastiggevallen en gemarginaliseerd, terwijl journalisten die worden vastgehouden en nieuwsmedia die worden gesloten geen toegang meer hebben tot een eerlijke rechtsgang.
Tekst: Astrid van Unen