Journalist Hakan Aygün is op 16 maart veroordeeld tot 7 maanden en 15 dagen gevangenisstraf vanwege een tweet waarin kritiek werd geuit op de fondsenwervingscampagne van de president en voorzitter van de regerende AK-partij.
Nadat Erdoğan burgers had opgeroepen geld op een bankrekening te storten met een internationaal bankrekeningnummer (IBAN), werd er een tweet gepost vanaf het Twitteraccount van Aygün, waarin een woordspeling werd gemaakt met IBAN en ‘iman’, wat ‘geloof’ betekent in het Turks en meestal wordt gebruikt in een religieuze context. De tweet, op 31 maart 2020 verstuurd, verwees naar een denkbeeldige ‘IBAN-sectie’ van de Koran, en zei dat degenen die ‘IBAN’ en degenen die ‘geen IBAN hebben’ zouden worden ‘gescheiden in het hiernamaals’.
‘Een politieke zaak’
Aygün werd om die reden op 3 april 2020 gearresteerd. In een eerdere uitspraak oordeelde het Constitutionele Hof dat de rechten van Aygün door de arrestatie waren geschonden. De rechter oordeelde dat hem 40 duizend lira aan niet-geldelijke schadevergoeding moest worden betaald. De laatste hoorzitting van de rechtszaak vond op 16 maart 2021 plaats in Bodrum. Aygün verdedigde de beschuldigingen en eiste zijn vrijspraak van de beschuldigde overtreding. Om aan te geven dat hij de definitieve mening van de aanklager met betrekking tot de beschuldigingen niet aanvaardt, zei Hakan Aygün kort: “Er zijn geen tegenstrijdigheden in mijn verklaringen. Maar er kunnen verschillen zijn omdat mijn verklaringen onvoldoende zijn opgenomen. (…) Ik denk dat deze zaak een politieke zaak is.”
In beroep
Toch oordeelde de rechtbank dat de journalist 7 maanden en 15 dagen gevangenisstraf krijgt, op beschuldiging van ‘het publiekelijk vernederen van de religieuze waarden van een deel van de samenleving’ volgens het Turkse strafrecht. Terwijl de gevangenisstraf is uitgesteld, heeft Aygün aangekondigd in beroep te gaan tegen de uitspraak. Aygün schreef daarna: ‘Ondanks de uitspraak van het Hof en het feit dat niet is vastgesteld of ik de IBAN-sectie tweet heb getweet, is een gevangenisstraf van 7 maanden, 15 dagen gegeven, is de uitvoering van de straf uitgesteld. Rechtsmiddelen zijn wel beschikbaar; het einde is definitief: het Constitutionele Hof, zo niet, het EHRM. Hier is mijn beste land ...’
Tekst: Astrid van Unen
Bron: