‘Ik word liever het land uitgezet dan dat ik de waarheid verzwijg’

Hoe houden correspondenten zich staande in het repressieve klimaat in Turkije? Christiane Schlötzer - correspondent van de Süddeutsche Zeitung - Ayla Albayrak - oud-correspondent van de Wallstreet Journal - en Lucas Waagmeester - correspondent van de NOS - maakten de balans op tijdens het debat 'Standplaats Turkije', dat Röportaj en de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) op 1 maart in De Balie organiseerden. "Ik vertel liever alles op het gevaar af dat ik het land wordt uitgezet dan dat ik dingen verzwijg, omdat ik ten koste van alles wil blijven."

Debat-Overzicht III 

 V.l.n.r. Tan Tunali, Lucas Waagmeester, Christiane Schlötzer en Ayla Albayrak - foto Ellie Speet

Debat-Tan

Het is in de afgelopen jaren snel achteruit gegaan met de persvrijheid in Turkije. De Gezi-protesten in 2013 en de mislukte staatsgreep in juli 2016 waren belangrijke kantelpunten. Ook kwamen de diplomatieke relaties tussen Turkije en Europese bondgenoten als Nederland en Duitsland onder grote druk te staan. Wat betekenen deze ontwikkelingen voor correspondenten die in Turkije werken? Ervaren ze problemen als ze zich opnieuw willen accrediteren en zijn er thema's die extra gevoelig liggen? Over deze en andere vragen gingen Schlötzer, Albayrak en Waagmeester onder leiding van Tan Tunali - voormalig Turkije-correspondent, journalist en bestuurslid van Röportaj - met elkaar in discussie.

Grenzen van kritische verslaggeving
Sozan Toksöz, masterstudent Journalistiek en Media aan de Universiteit van Amsterdam, gaf de aftrap van de bijeenkomst. Toksöz presenteerde de resultaten van haar onderzoek naar de positie van Nederlandse correspondenten in Turkije. Hiervoor interviewde zij negen (oud-)correspondenten over de belemmeringen die ze ervaren, de taboes waarmee zij te maken krijgen en de vraag of ze zich zelfcensuur opleggen. "In Turkije ligt het nieuws op straat en de ontwikkelingen volgen elkaar in hoog tempo op. Het is echter niet altijd eenvoudig om hiervan verslag te doen. Zo is de druk op journalisten sterk toegenomen", vertelt Toksöz. De repressie heeft verschillende verschijningsvormen. Zo zijn de regels voor de afgifte van een perskaart verscherpt. "De autoriteiten kunnen op basis hiervan een perskaart intrekken als journalisten zich schuldig maken aan activiteiten die in strijd zijn met de nationale veiligheid of als deze een gevaar zijn voor de openbare orde. Daarnaast zij AKP-trollen actief: fanatieke AKP-aanhangers die de berichtgeving volgen en kritische journalisten aangeven bij de autoriteiten."

Een paar uur eerder, vlak voordat het debat van start gaat, horen Christiane Schlötzer en Ayla Albayrak dat de aanvraag voor een perskaart van drie Duitse collega's is afgewezen. Schlötzer - die al jaren voor de Süddeutsche Zeitung verslag doet vanuit Turkije - is ook in gespannen afwachting van de beslissing over haar aanvraag. "We moeten elk jaar onze perskaart verlengen. Normaal is dit routine, maar op dit moment is niets meer routine in Turkije. De perskaart is gekoppeld aan je verblijfsvergunning. Dat betekent dat als je perskaart wordt ingetrokken, je het land binnen negentig dagen moet verlaten. Zonder perskaart is het zo goed als onmogelijk je werk te doen. Je hebt geen toegang tot persconferenties en het is niet mogelijk om af te reizen naar het zuidoosten", vertelt Schlötzer.

Eén dag eerder is een groep journalisten, onder wie Schlötzer, tijdens een EU-top in Istanbul de toegang ontzegd tot een persconferentie. De bewaking had de instructie gekregen geen journalisten zonder perskaart toe te laten. Schlötzer benadrukt dat dit een symptoom is van een ontwikkeling die al langer speelt. Zo zijn zo'n tachtig van de 280 correspondenten die in Turkije werkzaam zijn nu niet geaccrediteerd. Ayla Albayrak beaamt dit. "Het intrekken van de perskaart is een subtiele manier om buitenlandse journalisten uit het land te weren. In de laatste twee jaar moesten minstens zes Europese collega's Turkije verlaten, omdat hun perskaart niet werd verlengd. Journalisten in Turkije staan in de afgelopen vijf jaar onder steeds grotere druk. Het was slechts een kwestie van tijd voordat ook buitenlandse journalisten aan de beurt kwamen", stelt ze nuchter vast.

 

Debat-Gast IV

 

Leven in een achtbaan
Dat heeft Albayrak zelf aan den lijve ondervonden. De journaliste - tussen 2010 en 2017 Turkije-correspondent voor de Wallstreet Journal - werd in oktober 2017 tot twee jaar en één maand gevangenisstraf veroordeeld vanwege een artikel dat ze in 2015 schreef over het escalerende conflict tussen Turkse veiligheidstroepen en Koerdische militanten in het zuidoosten van Turkije. In november 2018 werd ze plotseling vrijgesproken. "Ik zat de afgelopen jaren in een achtbaan. Op een dag in 2015 hing een briefje aan mijn deur. Hierop stond dat ik naar het politiebureau moest voor verhoor. De aanleiding was een reportage die ik in Silopi had gemaakt over de stedelijke oorlogvoering die steeds meer escaleerde." Het kwam haar op een aanklacht te staan wegens 'terroristische propaganda'. "Hoewel ik veel sympathie en steun kreeg van collega's had ik het gevoel dat zij zich er niet van bewust waren dat dit ook hén kon overkomen. Deze rechtszaak ging over álle correspondenten in Turkije." Schlötzer: "Misschien gaat dat veranderen, want nu kan iedereen het land worden uitgezet..." Er wordt wel met verschillende maten gemeten, aldus Albayarak. Ze heeft het Finse en Turkse staatsburgerschap en is kwetsbaarder dan andere correspondenten. "Voor Turkse journalisten gelden andere regels. Als je kritisch bericht over de Koerdische kwestie ben je al snel een landverrader en kun je in de gevangenis belanden."

 

Waarheidsvinding of zelfcensuur?
Schlötzer, Albayrak en Waagmeester beschouwen het als hun taak om aan waarheidsvinding te doen. Maar is dat nog mogelijk in een klimaat waarbij elke onthulling je kan komen te staan op strafvervolging? "Als ik het gevoel heb dat ik niet het hele verhaal kan vertellen, geef ik openheid over de dilemma's waarmee ik word geconfronteerd. Bijvoorbeeld doordat het niet mogelijk was met iemand te spreken of ik geen toegang kreeg tot een conflictgebied", benadrukt Waagmeester, die sinds 2014 werkzaam is als correspondent voor de NOS. "Als ik mezelf zou betrappen op zelfcensuur - bijvoorbeeld uit angst omdat ik mijn accreditatie zou verliezen - is dat het signaal dat ik moet stoppen. Ik heb een stilzwijgende afspraak met de NOS en onze kijkers. Met als basisregel dat we liever alles vertellen en het risico lopen dat we het land worden uitgezet, dan dat we ten koste van alles blijven." Schlötzer: "Als correspondent hoef je geen zelfcensuur te plegen, het zijn je bronnen die zichzelf steeds vaker censureren. Als je misstanden onderzoekt, durven informanten vaak geen harde uitspraken te doen. Ze geven je wel details, maar geen namen. Je kunt niet checken of hun verhaal klopt. Ik doe steeds minder straatinterviews, omdat mensen bang zijn te worden gearresteerd en in de gevangenis te belanden."

 

Verboden woorden
Hoe ver de inmenging van de overheid kan gaan, blijkt uit een gebeurtenis waarvan Schlötzer in de aanloop naar de presidentsverkiezingen in 2018 in Ankara getuige was. Samen met een groep buitenlandse journalisten werd ze bij de autoriteiten ontboden. "Tot onze verbijstering kregen we te horen welke woorden we wel en niet mogen gebruiken. Dat het niet verstandig is om woorden als 'dictator' of 'totalitair regime' op te schrijven. En dat 'het niet goed voor je is' als je zulke termen toch gebruikt. Wat betekent dit als een regeringsfunctionaris zoiets tegen je zegt? Het was een surrealistische ervaring, alsof ik in een film zat." Waagmeester kan erover meepraten. "Ik deed kort geleden een straatinterview over de verkoop van groente die vanwege de crisis wordt gesubsidieerd. Ik sprak met een vrouw die voor de gemeente in Istanbul werkt. Toen ik naar haar naam en functie vroeg, wilde ze haar superieuren raadplegen. Waarop ze later tegen me zei dat ik haar uitspraken maar als mijn eigen observaties moest opschrijven. Er is een totaal verstoord beeld over de rol die de journalistiek zou moeten vervullen."

 

Niet alleen ambtenaren, maar ook burgers zijn vergeten waar de media voor staan, zegt Albayrak. "Sinds Gezi worden buitenlandse journalisten door Erdoğan als spionnen afgeschilderd die tegen Turkije samenzweren. Toen ik anderhalf jaar na mijn veroordeling (in november 2018, red.) terugkeerde naar Turkije was de situatie in het land ingrijpend veranderd. Er heerst veel angst. Mensen durven niet meer vrijuit te praten, omdat zij verklikt kunnen worden door informanten van de autoriteiten. Dat past niet bij Turkije. Mensen namen nooit een blad voor de mond. Er was altijd sprak van een levendig debat." Waagmeester: "De belemmeringen die we tijdens ons werk tegenkomen, zijn een deel van het verhaal dat we moeten vertellen."

 

Het volledige verhaal over Turkije

Debat-ThomasThomas Bruning, algemeen secretaris van de NVJ, benadrukt dat journalisten in Turkije, ondanks de repressie, nog steeds 'geweldig werk' verrichten. Ook komt hij terug op de kwetsbare positie waarin journalisten met een dubbel staatsburgerschap, zoals Ayla Albayrak, zich bevinden. "Dit geldt ook voor de Frans-Turkse journalist Erol Önderoğlu, tegen wie deze week 14,5 jaar gevangenisstraf is geëist. Önderoğlu wordt beschuldigd van 'terroristische propaganda', nadat hij optrad als gasthoofdredacteur van de krant Özgür Gündem. Hij laat zien dat het ondanks alle dilemma's - zoals zelfcensuur en de restricties die aan de perskaart worden gesteld - belangrijk is dat niet alleen binnen- maar ook buitenlandse journalisten het volledige verhaal over Turkije blijven vertellen."

 

Lees ook: 'ZDF-journalist krijgt toch perskaart voor Turkije'

en: 'Turkije zet stap tegen Europese media: drie Duitse journalisten uitgezet'