De regels voor het verkrijgen van een perskaart moeten worden herzien. Dat verzoek heeft de onafhankelijke ngo Committee to Protect Journalists (CPJ) aan de Turkse regering gedaan in een open brief.
In de brief aan Fahrettin Altun, directeur van het directoraat Communicatie, wordt ook verzocht om in overleg met journalisten in Turkije tot betere afspraken te komen voor het verkrijgen van een perskaart. In april schortte de Turkse Raad van State de in 2018 doorgevoerde wijziging van het perskaartreglement op. Volgens deze regels konden journalistenkaarten om willekeurige of onduidelijke redenen worden ingetrokken. Na de publicatie van de bijgewerkte regelgeving in mei, tweette de directeur communicatie van het directoraat dat de regels zouden voorkomen dat degenen die propaganda maken voor terrorisme en geweld zich achter de perskaart zouden verschuilen.
Discriminerend en partijdig
Journalisten vertelden CPJ echter dat ze vinden dat het proces om kaarten te verkrijgen discriminerend en partijdig is. Journalisten die de regering kritisch benaderen, hebben gezegd dat ze de perskaart niet aanvragen. Ze denken dat, zelfs als ze aan de criteria voldoen, de aanvraag niet zal worden goedgekeurd. Bovendien komen journalisten die bij digitale media werken helemaal niet in aanmerking voor kaarten, een duidelijk probleem in het tijdperk van digitale journalistiek.
Stoppen met vijandige retoriek
De perskaart moet gemakkelijk verkrijgbaar zijn en bij de toekenning mag niet worden gediscrimineerd op basis van de politiek, berichtgeving of het medium van een journalist of een ander medium, aldus CPJ. Het herroepingsproces voor perskaarten moet ondubbelzinnig zijn en mag niet individueel worden geïnterpreteerd.
Het CPJ dringt er verder op aan te stoppen met vijandige retoriek jegens journalisten in Turkije en samen te werken met binnenlandse journalistenorganisaties om nieuwe regels te bedenken, in plaats van deze groepen voor de rechtbank te bestrijden.
Tekst: Erik Bootsman