Blog Joep Bertrams: de cartoonist als luis in de pels

Niet alleen journalisten, ook cartoonisten worden vervolgd in Turkije. Zo zat Musa Kart sinds april dit jaar vast en kwam hij in september vrij. Vakbond DİSK Basın-İş nam het voortouw voor een campagne waarin collega's wereldwijd een cartoon tekenden voor hun gevangen collega. Joep Bertrams, cartoonist voor onder meer De Groene Amsterdammer, is één van hen. In deze blog schrijft hij over de rol van de cartoonist als luis in de pels en over de rijke traditie die cartoonisten in Turkije hebben opgebouwd. Deze tekst is een samenvatting van zijn betoog tijdens het debat 'Solidair met de vakbonden in Turkije', dat Röportaj en de Nederlandse Vereniging van Journalisten op 20 september in Ru Paré Community in Amsterdam organiseerden.

Joep Betrams-Musa KartToen in Ankara werd vernomen dat ik hier iets zou zeggen over Musa Kart en zijn gevangenneming in het bijzonder, hebben ze hem en andere Cumhuriyet-journalisten maar snel vrijgelaten. Alleen om mij dwars te zitten. Was het maar zo... Wat het wel laat zien, is de onvoorspelbaarheid van dictatoriale regimes, in dit geval dat van Erdoğan. En ik geloof niet dat het willekeur is. Zover is het, geloof ik, nog niet in Turkije. Willekeur ontstaat als lagere overheden opsporing en berechting verzorgen, denk aan het Cambodja tijdens Pol Pot met als grootste dieptepunt eigenrichting en lynchpartijen. Zo erg is het in Turkije niet. Maar het is wel zo erg, dat er nauwelijks meer een vrije pers is in het land.

 

De zeggingskracht van een cartoon
Naast direct of indirect door de overheid gestuurde media bestaan er nauwelijks nog vrije media die een groot deel van de bevolking kunnen, of liever gezegd, mogen bereiken. Dat cartoonisten hieronder lijden, mag duidelijk zijn. Misschien moet ik niet zeggen de cartoonisten, maar: de cartoon. De bescheiden ruimte die zo'n cartoon inneemt, is omgekeerd evenredig aan de zeggenschap die hij heeft. Als je een krant binnen een paar minuten scant, zal het lastig zijn de artikelen enigszins te omschrijven, maar de cartoon is je veel minder ontgaan. Het werkt als een stemverheffing in de krant en als daar dan ook nog een portie humor aan is toegevoegd, dan komt emotie om de hoek kijken en die zorgt er zeker voor dat de mededeling in je hersens geplant wordt. Ik geloof niet dat het uitleg nodig heeft om te begrijpen dat totalitaire en dictatoriale regimes dit niet kunnen dulden, tenminste als deze uitingen vrij gedaan kunnen worden. Cartoon NYTCartoons die de lijn van de leider propageren worden daar natuurlijk van harte toegejuicht, meestal trouwens ook alléén maar door die leiders en hun trawanten. Het is ook hierom, dat algemeen gesproken, cartoonisten er het eerst uitvliegen bij een krant. En niet alleen in dictatoriale regimes. Pas nog werd Patrick Chapatte, na zowat 25 jaar trouwe dienst, uit de International New York Times gegooid. En niet eens vanwege een cartoon van hemzelf. Omdat een cartoon van een Portugese collega - Antonio Moreira Antunes - die nota bene niet speciaal gemaakt was voor die krant, maar door een beeldredacteur was uitgezocht uit een voorraad. Die cartoon werd als min of meer antisemitisch beoordeeld. Dat leverde behoorlijk wat commentaar op en daar is op zich niks mis mee. Als verantwoordelijke krant weerleg je de beschuldiging of trek je het boetekleed aan. Maar als dat boetekleed inhoudt dat er geen cartoons meer gebruikt worden, omdat die te veel ophef kunnen veroorzaken, dan is zo'n reactie niet zo erg veel verschillend als die van Erdohan en consorten.  Erg gemakkelijk en vooral angsthazerig.

cartoon Erdogan-Vrije PersLaat dat nou net een houding zijn die niet bij een vrije krant hoort. En laat dat nou net een eigenschap zijn die je bij veel Turkse journalisten en cartoonisten helemaal niet aantreft. In tegendeel. Talloze schrijvers en tekenaars zijn, ondanks boetes en gevangenisstraffen, hun mening blijven geven. Laat ik me tot de tekenaars, de cartoonisten beperken.

 

Groeiend leger cartoonisten
Ik vertel hier niets nieuws als ik zeg dat Turkije een grote traditie kent als het om cartoons gaat. Die geschiedenis van de Turkse cartoon heeft de helaas veel te vroeg overleden Mehmet Ülger bondig beschreven in de catalogus bij de tentoonstelling Caricaturca in 2010. Daar las ik dat Turkije al in de tweede helft van de 19e eeuw kennis maakte met cartoons en cartoonbladen. Deze werden ook toen verboden. De toenmalige sultan, Abdülhamid II, moest er niets van hebben. Door de invoering van het Latijnse schrift in 1928 maakte de geletterdheid in Turkije een grote sprong. Dit zorgde voor een grote groei van de kranten, die op hun beurt een podium boden aan het groeiende leger cartoonisten Vooral de jaren na de Tweede Wereldoorlog - de jaren vijftig en zestig - waren topjaren. Hierna zakte het in. Er bleven een paar gerenommeerde tekenaars over en de rest van de krant werd gevuld met buitenlandse tekenaars.

 

Maar vanaf de zeventiger jaren ging het weer crescendo. Onder aanvoering van de wat oudere Oğuz Aral maakten jonge tekenaars met een nieuwe stijl furore in het blad Girgir, toen één van de grootste catoonbladen ter wereld. Cartoonisten die in die tijd begonnen, waren onder meer Güneri Içoğlu, Sefer Selvi en Musa Kart. Deze groep stond ook aan de wieg van cartoonbladen als Penguen, Leman en Uykusuz. Het waren ook de cartoonisten voor de belangrijkste dagelijkse pers. Na de militaire coup in 1980 was er (weer) sprake van censuur en in 1989 draaide Güneri Içoğlu als eerste cartoonist de bak in, omdat hij de 'Turkse eigenheid' of zoiets beledigd had in zijn tekening (de militairen waren toen aan de macht). Vooral tussen 2000 en 2010 bloeide de cartoonwereld weer op, vooral nadat Erdoğan premier was geworden. Inmiddels zijn alle drie cartoonisten aangeklaagd, beboet en/of veroordeeld tot gevangenisstraffen

 

Cartoon  Erdogan-Bolletje wolEén van de meest in het oog springende zaken ontstond na de aanklacht tegen Musa Kart vanwege een cartoon waarin Erdoğan als een kat verstrikt is geraakt in een kluwen garen. Musa Kart werd beboet. Dat hij Erdoğan als dier had getekend, ging de toenmalige premier te ver. Een relatief onschuldige tekening was aanleiding om in te grijpen (...)

 

Keizer zonder kleren
Waar het natuurlijk werkelijk om ging, is het intimideren van cartoonisten. Die staan daar zomaar aan de kant van de weg grappen te maken over de naakte keizer die het volk wijs heeft gemaakt dat hij de prachtigste gewaden draagt. Men zegt wel eens dat een tekening meer kan zeggen dan duizend woorden. Je kan ook zeggen, met één tekening kijk je met één enkele blik door de verhullende leugens en het bedrog naar de naakte waarheid. Dat visuele gemak dat de cartoon biedt en de humor die hem ook nog zo licht verteerbaar maken, dat maakt de cartoon zo onverteerbaar voor aan macht verslaafde personen en hun in blinde adoratie verkerende aanbidders. Terug naar die kat van Kart. PenguenUit protest en solidariteit verscheen Penguen met een cover waarop Erdoğan te bewonderen viel in de gedaante van een kleine tien dieren: van olifant tot kikker. Weer heibel. Toen besloot het blad LeMan, weer uit protest en solidariteit, ook een cover te maken over de kwestie. Als Erdoğan als dier niet mag, dan maar als groente. Behalve dat het erg grappig is, laat het vooral een groot gevoel van solidariteit zien. En als er iets belangrijk is als de vrijheid in het gedrang komt, dan is dat wel solidariteit. En dat er, zeker onder cartoonisten, internationaal een grote solidariteit was, werd duidelijk bij de veroordeling van Musa Kart. Er kwam een immense vracht aan getekende steunverklaringen. Op de eerste plaats is solidariteit een belangrijk wapen tegen de machthebber. Zo'n keizer zonder kleren is de ijdelheid ten top, dus hoe meer mensen hem en vooral de onderdanen wijzen op de naaktheid, hoe vervelender het wordt. Als dan ook nog het buitenland, en dan nog het liefst buitenlandse hoogheden gaan staan fluiten aan de kant, misschien zelf ook in hun hypocriete blote kont trouwens, dan lijkt me dat op zijn minst pijnlijk. Maar daar trek je je natuurlijk als grootheid zogenaamd niks van aan, zolang je het volhoudt. Maar op de tweede plaats, solidariteit naar het slachtoffer zelf. Weten dat je niet alleen staat blijkt telkens weer zoveel kracht te geven dat het je helpt je rug recht te houden. Iedereen heeft wel eens tegenslag gehad en iedereen heeft toen ook ervaren hoe belangrijk medegevoel en solidariteit kan zijn (...). Vraag het aan Ali Farzat uit Syrië, Rayma Suprani uit Venuzuela, Zunar uit Maleisië, Ebalé uit Equatoriaal Guinée om er maar een paar te noemen. Toch blijkt dat je met het tonen van je solidariteit in een prent soms terughoudend moet zijn. De dochter van Musa Kart heeft er herhaaldelijk op gewezen dat getekende steunbetuigingen aan hem niet al te hard tegen de schenen van de autoriteiten moesten schoppen. Dat zou het juridisch gebeuren alleen maar nadelig kunnen beïnvloeden. Natuurlijk, het is de stem van de familie, die niets liever wil dat er een einde komt aan de ellende. Maar hoe dan ook.

 

Jungle van verboden
Cartoon Erdogan-TwitterOp zich is het verleidelijk om flink tekeer te gaan tegen de machthebber en alles uit de kast te halen, dat is je gebruikelijke houding in de habitat van de cartoonist. Maar als je solidariteit met het slachtoffer wil tonen, of liever gezegd, als je hem of haar zo snel mogelijk uit die benarde positie wilt hebben, kan een beetje indirectheid geen kwaad. Het goeie is dat je dan moet werken vanuit een situatie die voor heel veel cartoonisten in de onvrije wereld heel gewoon is. Daar is de directheid die wij kennen onmogelijk. Daar weten cartoonisten in de jungle van verboden de paadjes te vinden die naar cartoons leiden die én de vinger op de zere plek leggen, én voor de lezer meteen begrijpelijk zijn én geen aanknopingspunt bieden voor vervolging. Wij zullen zo'n prent misschien niet hard genoeg vinden, wij roepen meteen 'zelfcensuur'. Maar wij hebben makkelijk praten. Waar het om gaat, is de werking van de prent op díe plek voor díe lezer. Daarvan zijn de 'groente-Erdoğans' een mooi voorbeeld. Met de social media is er een kanaal bijgekomen dat zich veel minder aantrekt van de beperkingen die een overheid kan opleggen, waar veel meer vrijuit wordt gecommuniceerd. Hoewel dit kanaal soms verwordt tot een open riool, kunnen we de kracht ervan onmogelijk ontkennen, dat heeft ook Erdoğan mogen ondervinden.


En als dan dit gebeurt, beschouw ik dat als een cadeautje. Maar ik heb makkelijk praten:

 

Cartoon Erdogan-Twitter II

 

Overigens de social media als als riool benoemen, is ook meteen een waardeoordeel dat een zekere censuur zou kunnen billijken. Linke soep! Maar daar moeten we het in een volgende discussie maar eens over hebben.

 

Alle cartoons en beelden zijn met toestemming van Joep Bertrams overgenomen uit de presentatie die hij tijdens het debat 'Solidair met de vakbonden in Turkije' op zaterdag 20 september heeft gegeven.