"Een mensenleven is niet veel waard in Turkije. Als ongewapende burgers met een witte vlag de straat opgaan en worden doodgeschoten, houdt de menselijkheid op te bestaan." Refik Tekin weet waar hij het over heeft. De cameraman kroop door het oog van de naald toen hij aan het werk was in Cizre en militairen het vizier op hem richtten. In Turkije ligt de persvrijheid onder vuur. Over dit thema gingenfotografen uit Turkije en Nederland met elkaar onder leiding van Jurgen Maas in gesprek tijdens het debat 'Censuur in Beeld', dat Röportaj, de NVJ en World Press Photo op 3 mei, de Dag van de Persvrijheid, organiseerden.
Tekst: Anneke Dam - Fotografie: Astrid van Unen
In Turkije is het werk van fotografen soms ronduit gevaarlijk. Fotografen gaan daarom niet zelden met een gasmasker, helm en kogelvrij vest de deur uit. Een grimmig beeld dat geen uitzondering is in Turkije, waar de persvrijheid letterlijk onder vuur ligt. Mehmet Ülger, journalist en voorzitter van Röportaj, schetst in welk speelveld journalisten in Turkije zich bewegen."Het gaat 'goed' met Turkije: met zo'n 30 journalisten achter de tralies, tientallen rechtszaken tegen journalisten en collega's die met lange gevangenisstraffen worden geconfronteerd. Tussen januari en maart 2016 zijn 174 journalisten ontslagen. Zo worden zij monddood gemaakt. Tegelijkertijd passen zij zelfcensuur toe. Want wie de waarheid spreekt, hangt vervolging boven het hoofd."
Gasmasker als dagelijkse routine
In de documentaire 'Censuur in Beeld' leggen fotografen uit onder welke omstandigheden zij in Turkije hun werk moeten doen. Ze vertellen dat niet alleen de politie, maar ook demonstranten zich soms tegen hen keren. "We moeten onze veiligheid zelf garanderen. Daarom hebben we altijd een gasmasker, een helm en zelfs een kogelvrij vest bij ons", vertelt Bülent Kiliç. Sadik Güleç legt uit dat het beter is om zijstraatjes te mijden, "anders worden we in elkaar geslagen door de politie.""Dat het dragen van een gasmasker dagelijkse routine is voor fotografen wist ik, maar dat een kogelvrij vest tot hun uitrusting behoort, is schokkend", aldus Ülger. "Sommige delen van Turkije, zoals het zuidoosten, zijn erger dan Syrië."
Refik Tekin, afkomstig uit Diyarbakir, bevestigt dit. "Wat daar gebeurt, onttrekt zich aan het oog van de wereld, omdat vrijwel geen journalisten het gebied in kunnen. Hierdoor hebben de militairen het gevoel dat ze kunnen doen wat ze willen." Hij spreekt uit ervaring. Tekin filmde eerder dit jaar ongewapende burgers in de belegerde stad Cizre, terwijl zij de lichamen van gedode familieleden en bekenden van straat probeerden te halen. Met witte vlaggen in hun hand staken zij de straat over, geweersalvo's volgden. Terwijl de camera draaide, raakte een kogel Tekins scheenbeen. Twee mensen kwamen om, negen anderen raakten gewond. Zijn schokkende beelden gingen de wereld over. "Ik werd even later het ziekenhuis binnengesleept, terwijl een haag politieagenten mij voor de ingang op het gezicht sloeg. Dat ik van de pers was, vonden ze niet interessant. Voor hen was ik een terrorist", vertelt hij. Tekin loopt nog steeds op krukken, maar is niet minder strijdbaar.
Van Cizre naar 'sniper alley'
De beelden maken indruk op zijn Nederlandse collega Evert-Jan Daniëls, die in 2010 de Zilveren Camera won. Ook hij werkte veel in conflictgebieden, zoals in Bosnië in de jaren negentig. "De straat in de beelden van Refik doet me denken aan 'sniper alley': de straat in het hart van Sarajevo, waar wij dagelijks heen gingen om ons werk te doen. Ook daar openden sluipschutters voortdurend het vuur op burgers die probeerden de oversteek te wagen", zegt hij . "Toen ik in Donetsk in Oekraïne was, lagen we geregeld onder vuur en waren journalisten ook bij check-points een doelwit. Op mij is echter nooit rechtstreeks het vuur geopend, zoals Refik overkwam. Hij heeft niets misdaan, maar alleen het nieuws gebracht."
Toch werd Tekin als een misdadiger behandeld. Het staatgezinde persagentschap Anadolu Haber Ajansi omschreef hem als 'terrorist'. Terwijl hij gewond op straat lag, schopte een politieagent tegen zijn been, rukte zijn perskaart van zijn nek en beet hem toe dat hij 'de macht van de Turken' zou leren kennen. De journalist heeft daarom twee aanklachten ingediend tegen de Turkse staat: één vanwege mishandeling en één vanwege de beschuldiging van terrorisme."Als je de regering niet steunt, ben je een terrorist en kun je gelyncht worden. In Cizre en in andere steden in het zuidoosten worden voortdurend mensen om het leven gebracht. Ongewapende, onschuldige burgers. Ik heb geen enkele illusie over de uitslag van deze rechtszaken, maar ik wil als journalist mijn recht halen, zo nodig tot aan het Europese Hof."
Zorgen over de rechtstaat
Europarlementariër Kati Piri geeft via een online verbinding haar visie op de ontwikkelingen in Turkije. "De situatie is zorgwekkend: als het gaat om de rechtstaat in Turkije, de persvrijheid en nu ook de ophef die is ontstaan over het opheffen van de onschendbaarheid van sommige parlementariërs, zodat zij berecht kunnen worden." Volgens de pro-Koerdische HDP maakt dat de weg vrij voor het vervolgen van pro-Koerdische politici voor betrokkenheid bij terrorisme. Piri: "Eurocommissaris Frans Timmermans heeft gezegd dat tien jaar onderhandelen over de toetreding van Turkije tot de Europese Unie de mensenrechtensituatie niet hebben verbeterd. Dat ben ik met hem eens. We moeten de deur niet dichtslaan, maar wél kritisch blijven, óók als hierbij harde woorden nodig zijn."