Tijdens een bijeenkomst in Dublin heeft het World Congress van de Internationale Federation of Journalists (IFJ) in een motie het buitenproportionele politiegeweld in Turkije veroordeeld. Het congres hekelt het massale gebruik van traangas en de inzet van pantservoertuigen en waterkanonnen tegen vreedzaam demonstrerende activisten. Tegelijkertijd maakt zij zich zorgen over de intimidatie van journalisten, zowel door de autoriteiten als demonstranten.
Het IFJ World Congress veroordeelt het gericht afvuren van traangas, waarbij ook journalisten bewust als doelwit zijn gekozen. Zo raakten Ahmet Sik, Ismail Afacan en Selçuk Samioglu tijdens de uitoefening van hun werkzaamheden gewond. Tegelijkertijd heeft zij kritiek op de intimidatie journalisten en het beschadigen van apparatuur waarmee sommige demonstraten uiting gaven aan hun onvrede over de eenzijdige berichtgeving in de Turkse media. Het congres heeft zich verbaasd over de uitspraken van premier Erdogan over de vermeende impact van sociale netwerken als Twitter, die hij als een ‘bedreiging van de samenleving’ beschouwt. Het congres benadrukt dat het recht op de vrijheid van meningsuiting, persvrijheid en vreedzame demonstraties zijn gewaarborgd in artikel 19 en 20 van de Universele Verklaring van de Mensenrechten . Zij dringt er bij het bestuur van de IFJ op aan dat deze de Turkse regering ter verantwoording roept en de onmiddellijke vrijlating eist van alle journalisten die tijdens de protesten zijn gearresteerd. Ook wordt het bestuur opgeroepen bij vertegenwoordigers van #occupygezi de veiligheid van journalisten te waarborgen.