WhatsApp-groepen: het nieuwe gezicht van censuur in Turkije

Steeds vaker delen overheidsinstanties in Turkije nieuws met journalisten via WhatsApp-groepen. Regelmatig worden hierbij 'briefings' gedeeld in de vorm van een kant-en-klaar nieuwsartikel dat kan worden 'geknipt' en 'geplakt' en in de eerstvolgende editie van de krant worden geplaatst. Niet zelden vragen PR-adviseurs van regeringswoordvoerders journalisten om de vragen die zij tijdens persconferenties willen stellen vooraf via WhatsApp te delen.

 

Whatapp

De Franse president Macron (R) en de Turkise president Erdogan houden  een gemeenschappelijke persconferentie in het Elysee in Parijs, 5 januari 2018. Foto: Reuters/Ludovic Marin/Pool

 

Door Çınar Livane Özer - Dit artikel is onderdeel van Turkey Dispatches, een reeks artikelen van het International Press Institute (IPI) over persvrijheid en journalistiek in Turkije, geschreven door journalisten uit Turkije.
Türkçesi için tıklayınız

Journalisten in Turkije die de president, de premier en andere regeringsfunctionarissen volgen, krijgen steeds moeilijker toegang tot overheidsinformatie. Bovendien staat deze informatievoorziening onder een steeds striktere controle. Sinan Tartanoğlu, journalist van het onafhankelijke dagblad Cumhuriyet, is lid van een WhatsApp-groep van het kabinet van de minister president. Tartanoğlu, die de vorige en huidige premier - achtereenvolgens Ahmet Davutoğlu en Binali Yıldırım - heeft gevolgd, vertelt dat tijdens de regeerperiode van Davutoğlu PR-adviseurs voorafgaand aan elke bijeenkomst vragen van journalisten verzamelden. Zij maakten vervolgens een selectie van vragen die hun goedkeuring konden wegdragen en legden de rest als 'onnodig' terzijde.

 

Onwelgevallige vragen
Tartanoğlu herinnert zich een persconferentie na een ontmoeting op 12 februari 2016 tussen de Duitse bondskanselier Angela Merkel en toenmalig premier Davutoğlu. De journalist wilde Merkel een vraag stellen over Can Dündar, de toenmalige hoofdredacteur van Cumhuriyet en Erdem Gül, die in Ankara voor de krant als correspondent werkzaam was. Beiden zaten destijds in de gevangenis. "Ik realiseerde me dat ik deze vraag niet zou mogen stellen als ik hiervan van tevoren in de WhatsApp-groep melding had gemaakt", vertelt Tartanoğlu. "Ik legde daarom contact met een Duitse journalist die bij de persconferentie aanwezig was en vroeg hem dezelfde vraag te stellen." Deze journalist was Deniz Yücel, correspondent van Die Welt. Zijn vraag werd door Davutoğlu afgewezen.

 

Onder de huidige regering is sprake van een vergelijkbare situatie. Journalisten die lid zijn van WhatsApp-groepen kiezen er in het algemeen voor niet al te kritische vragen te stellen, uit angst hun accreditatie of perskaart kwijt te raken. "Ik heb mezelf verschillende keren de vraag gesteld of ik mijn accreditatie zou verliezen, nadat ik een vraag stelde over Turkse soldaten die verbrand zouden zijn door IS-militanten", zegt Tartanoğlu. "Ik raakte mijn perskaart niet kwijt, maar voelde wel angst."

 

Een andere journalist, die werkzaam is voor een buitenlands persagentschap in Turkije en om veiligheidsredenen anoniem wil blijven, vertelt dat ook buitenlandse media met moeite toegang krijgen tot nieuwsbronnen en nauwelijks quotes krijgen van regeringsfunctionarissen. Hij herinnert zich een gemeenschappelijke persconferentie van de Turkse en Britse ministers van Buitenlandse Zaken. Hij wilde alleen een vraag aan de Britse minister stellen, waarna hij te horen kreeg dat uit zijn verzoek een 'volledig gebrek aan respect bleek voor onze minister van Buitenlandse Zaken, zeker tijdens een ontmoeting waarbij Turkije als gastheer optreedt". De journalist besloot uiteindelijk om geen vragen te stellen aan beide ministers.

 

Vakantie als beloning voor het 'beste nieuws'
Een andere journalist vertelt dat het Ministerie van Volksgezondheid in zijn WhatsApp-groep een keer een prijs uitloofde voor het 'beste artikel'. "In deze online groepen worden zaken als de agenda van de minister gedeeld", legt de journalist uit. "In één van deze berichten kondigde de PR-adviseur van de minister aan dat journalisten een vakantie konden winnen voor het beste nieuwsartikel over een onderwerp dat met gezondheid te maken had." Een collega-journalist reageerde: "Wat bedoel je met het 'beste' nieuws? Iedereen probeert hier gewoon zijn werk te doen!" Hierna hebben zulke incidenten zich niet meer voorgedaan.

 

Een tv-verslaggever die eveneens anoniem wil blijven, vertelt dat ze niet langer bij persconferenties van de regering aanwezig mocht zijn, nadat de staf van de president zich had beklaagd over een vraag die zij had gesteld. "Ik stelde een vraag die te maken had met operaties tegen IS", zegt ze. "Hoewel het een nieuwswaardig onderwerp was, stond het niet op de lijst van 'goedgekeurde' thema's. De vraag kwam voor de regeringswoordvoerder als een verrassing. Ik werd niet ontslagen, maar kreeg geen opdrachten meer om verslag te doen van zulke persconferenties."

 

Voedingsbodem voor zelfcensuur
Een probleem voor journalisten die de president en regeringsfunctionarissen volgen, is dat zij alleen toegang krijgen tot officiële bronnen. Artikelen die zijn gebaseerd op andere bronnen, worden doorgaans door de redactie geweigerd, uit angst om 'problemen met de regering' te krijgen. Dit creëert een voedingsbodem voor het plegen van zelfcensuur, omdat journalisten bang zijn dat wat zij schrijven niet geschikt voor publicatie wordt beschouwd of, erger, hen in serieuze problemen kan brengen.

 

Geen ruimte voor onafhankelijke media
Veel journalisten die werkzaam zijn voor onafhankelijke media zijn niet opgenomen in WhatsApp-groepen van overheidsinstanties. Ze worden niet uitgenodigd voor persconferenties of geaccrediteerd voor ontmoetingen met organisaties waarbij de president of regeringsfunctionarissen aanwezig zijn. Başak Kaya, correspondent van het onafhankelijke dagblad Sözcü, vertelt dat ze er alleen in slaagde een ontmoeting tussen President Erdoğan en partijleider Kemal Kılıçdaroğlu van de oppositiepartij CHP bij te wonen door haar persoonlijke contacten in te zetten. Ze benadrukt dat correspondenten van Sözcü geen toegang krijgen tot zulke bijeenkomsten. Ook kunnen zij niet terugvallen op informatie van persagentschappen, die gekleurd nieuws verspreiden dat het standpunt van de regering weergeeft.

 

Topje van de ijsberg
Volgens Kaya zijn deze WhatsApp-groepen en de problemen met accreditaties slechts het topje van de ijsberg. "Het is vrijwel onmogelijk toegang te krijgen tot informatie van welke regeringsinstantie dan ook", zegt ze. "Je ziet hun gezichtsuitdrukking verstrakken als je vertelt voor welke krant je werkt. We krijgen zelfs geen antwoord op de meest normale vragen. Niemand neemt onze telefoontjes op of beantwoordt onze e-mails."

 

Kaya voegt hieraan toe dat als journalisten al de hand weten te leggen op officiële documenten en hierover willen schrijven, dit niet kunnen, omdat zij niet kunnen verifiëren dat het om documenten van de regering gaat. "Het is erg lastig om de verantwoordelijke persoon te bereiken en deze te laten reageren op jouw conclusies", zegt ze. "Hoewel de documenten die we in handen hebben echt zijn, geven ze geen antwoord op onze vragen. We kunnen geen verslag doen van informatie in documenten die we niet bevestigd kunnen krijgen."

 

Strijdig met journalistieke normen
Burcu Cansu, verslaggever van het onafhankelijke dagblad BirGün, vertelt dat haar krant niet eens een verzoek tot accreditatie indient bij overheidsinstanties. "Ze zullen het verzoek toch niet in behandeling nemen", zegt ze, waarbij ze aantekent dat zij en haar collega's niet in staat zijn een antwoord te krijgen op de meest eenvoudige vragen of beschikking te krijgen over verklaringen die zijn afgelegd door regeringsfunctionarissen. "Maar zelfs als onze accreditatie zou worden toegekend, zouden wij het niet aanvaardbaar vinden om vragen vooraf voor goedkeuring voor te leggen. Dit is strijdig met journalistieke ethische normen en met de persvrijheid."

 

Çınar Livane Özer begon haar journalistiek loopbaan in 2010. Ze schreef voor de Turkse dagbladen Vatan en Akşam over juridische kwesties en mensenrechten, voordat zij in dienst trad als redacteur bij het politieke programma van TV6. Ze is nu werkzaam als freelance journalist en levert redactionele bijdragen aan het in Duitsland gevestigde dagblad TAZ en verschillende online nieuwsmedia.