Met onophoudelijke boetes, rechtszaken en bedreigingen aan het adres van cartoonisten is in Turkije een klimaat ontstaan waarin tekenaars steeds meer onder druk staan. “Uit hoe een regime satire benadert, kun je opmaken hoe democratisch het is. Het Turkse regime kan volstrekt niet tegen satire”, zegt politiek tekenaar Joep Bertrams tijdens het debat ‘Persvrijheid in Turkije: Twee geloven op één kussen?’, dat Röportaj op 2 mei tijdens het Festival van het Vrije Woord in De Balie in Amsterdam organiseerde.
Tekst: Anneke Dam - Fotografie: Astrid van Unen
Het debat opent met de korte film ‘Satire als mikpunt’, waarin 2 cartoonisten uit Turkije ingaan op hun werk. Sefer Selvi tekent voor het cartoontijdschrift LeMan en het dagblad Evrensel, Bahadır Baruter voor het satirische blad Penguen. Beiden hebben zich door hun kritische tekeningen vaak de woede van de autoriteiten op de hals gehaald. Toch gaan zij door met hun werk, ondanks de boetes en rechtszaken die zijn opgelegd. Zo tekende Selvi toenmalig premier Erdoğan als paard en moest een boete van 5000 euro betalen. Want: “Een premier beeld je niet af als dier”, aldus Erdoğan. Het antwoord van andere cartoonisten was eenvoudig: de Turkse premier ging hierna als aubergine, courgette en ui door het leven.
Ook Baruter heeft veroordelingen op zijn naam staan. Zo kreeg hij bijna een jaar gevangenisstraf, omdat hij in 2014 Erdoğan in een cartoon zou hebben beledigd. Deze straf werd omgezet in een geldboete, maar de tekenaars gingen in hoger beroep. “Het is volstrekt onduidelijk binnen welke lijnen cartoonisten moeten werken. Omdat het plotseling kan regenen, moeten we altijd onze paraplu bij ons hebben. De autoriteiten voeren een uitputtingsslag, niet alleen tegen cartoonisten, maar tegen de gehele pers. Zij openen de ene na de andere rechtszaak, ook al is de kans klein dat ze winnen”, vertelt Baruter. Toch mist de repressie haar uitwerking niet. Selvi: “Er wordt een enorme druk op ons uitgeoefend. Het is een doelbewuste strategie om ons murw te maken. De kans wordt groter dat cartoonisten zelfcensuur toepassen. Zo ontstaat een klimaat waarin we op een dag misschien niet meer over straat kunnen.”
Pessimistisch beeld
Joep Bertrams tekent onder meer voor de Groene Amsterdammer en volgt de positie van cartoonisten in Turkije al meer dan 5 jaar op de voet. Zo ontmoette hij Sefer Selvi in 2010 tijdens Caricaturca: een tentoonstelling in Istanbul met tekeningen van cartoonisten uit Turkije, Nederland, Duitsland en Oostenrijk. Bertrams heeft begrip voor het pessimistische beeld dat de cartoonisten schetsen. “Als van bijna alles wat je doet, wordt gezegd dat het niet deugt en je niet kunt werken zoals je wilt werken, wordt het erg moeilijk. Selvi is niet het type cartoonist dat gemakkelijk opgeeft. Ik denk dat hij doorgaat tot hij er bij neervalt. Of tot anderen ervoor zorgen dat hij er bij neervalt.”
Joep Bertrams in gesprek met debatleider Jurgen Maas
Bertrams stelt vast dat de situatie in Turkije verder lijkt te verslechteren. “Het lijkt wel alsof niets meer mag sinds Erdoğan president is. Bij alles wat cartoonisten doen, wordt een reden gevonden om te zeggen dat het niet mag, ook al loopt het vaak met een sisser af. Maar het is niet hun werk om zich iedere keer te verantwoorden. Hun werk is tekenen en satire bedrijven voor de krant”, benadrukt hij. Ook Bertrams heeft wel eens ‘buiten de lijntjes gekleurd’. Zo kon het gebeuren dat een cartoon met het onderschrift ‘Erdoğan geeft social media de schuld van onrust in Turkije’ werd verboden in Turkije. “Voor mij is het prachtig als een tekening in het buitenland wordt verboden, dan doe je er tenminste toe”, schampert hij. “De tekening werd ook meegedragen in demonstraties en daar ben ik best trots op. Maar ik zit hier in Amsterdam en heb nergens last van. Ik heb sowieso nooit het gevoel dat ik voorzichtig moet zijn. Ik denk omdat ik in mijn tekeningen voor een benadering kies die niet snel leidt gevolgen. Zo is mij vaak gevraagd of ik Mohammed heb getekend. Die aanvechting ik nog niet gehad, maar dit is geen zelfcensuur. Ik voelde na de aanslag op Charlie Hebdo niet de urgentie de profeet af te beelden. Je kunt niet alle moslims verantwoordelijk stellen voor de daad van een kleine groep.”
Tussen verstand en emotie
Hierbij komt het er volgens Bertrams soms op aan te balanceren tussen verstand en emotie. “Ik probeer mijn woede te tonen door de mensen om wie het gaat te laten zien. Cartoonisten moeten goed bedenken wat zij precies willen laten zien. Bij grote en schokkende gebeurtenissen - zoals de aanslag op Charlie Hebdo of 9-11 - is dit het moeilijkst, omdat je emotie een grote rol speelt. Dat gaat ten koste van je denkvermogen”, zegt Bertrams. “Wat bij Charlie Hebdo is gebeurd, kan overal gebeuren, ook in Turkije en Nederland. In Turkije wordt de situatie steeds onoverzichtelijker, door de burgeroorlog in Syrië en de Koerdische kwestie. Het wordt steeds lastiger te begrijpen en dat maakt het misschien ook gevaarlijker. Turkije is geen dictatuur, maar heeft wel autoritaire trekken die kunnen leiden tot een dictatuur.”