In het Turkey 2010 Progress Report bekritiseert de Europese Unie de talrijke rechtszaken in Turkije tegen journalisten die verslag doen over het Ergenekon-schandaal. De EU stelt dat dit zelfcensuur van de media tot gevolg heeft.
In het rapport, dat 9 november is gepubliceerd, heeft de EU veel kritiek op Turkse wetgeving die de vrijheid van meningsuiting beperkt. Ook spreekt zij haar zorg uit over veroordelingen van journalisten en repressie van de media. Het rapport stelt dat Turkije op een aantal terreinen vooruitgang boekt om te voldoen aan de toetredingscriteria, in het bijzonder op het gebied van constitutionele hervormingen. Tegelijkertijd benadrukt de EU-commissie de noodzaak fundamentele rechten beter in wetgeving te waarborgen, met name de vrijheid van meningsuiting. "Hoewel in 2009 vooruitgang is geboekt, bestaat het risico dat het toetredingsproces van Turkije aan momentum verliest”, aldus EU-commissaris Stefan Füle, verantwoordelijk voor de toetredingsonderhandelingen met Turkije. “De sleutel tot verandering is in handen van de Turkse regering. Zij dient haar verplichtingen aan de EU - zoals vastgelegd in de Douane Unie - na te leven, voordat zij in aanmerking komt voor een volledig EU-lidmaatschap.”
Rechtszaken tegen journalisten
Het rapport maakt melding van 4.091 rechtszaken die sinds 2007 zijn geopend op beschuldiging van ‘openbaarmaking van vertrouwelijke gegevens uit onderzoeken’ (Turks Wetboek van Strafrecht, artikel 285) en ‘pogingen tot beïnvloeding van een eerlijk proces’ (Turks Wetboek van Strafrecht, artikel 288). Veel rechtszaken zijn geopend in het kader van het onderzoek naar het Ergenekon-schandaal. Het rapport benadrukt dat beperking van de vrijheid van meningsuiting wordt gebaseerd op artikel 301 en andere artikelen uit het Turkse Wetboek van Strafrecht. Het rapport noemt het Koerdische dagblad Azadiya Welat als voorbeeld. "De druk op kranten die de Koerdische kwestie ter discussie stellen of in de Koerdische taal publiceren, neemt toe. Aan Azadiya Welat is verschillende keren een verschijningsverbod opgelegd. Journalisten zijn tot gevangenisstraffen veroordeeld op beschuldiging van terroristische propaganda"
.
Het rapport meldt verder dat het debat over gevoelige vraagstukken als de Koerdische en Armeense kwestie, de positie van minderheden en de Turkse strijdkrachten wordt voortgezet. “Niettemin wordt in de praktijk de persvrijheid ondermijnd door het hoge aantal aanklachten tegen journalisten en repressie van de media." Bovendien heeft de het rapport kritiek op het hoge aantal rechtszaken tegen journalisten die hebben geschreven over het Ergenekon-schandaal. Daarnaast laakt het rapport het feit dat veel websites niet langer toegankelijk zijn.
De persvrijheid in Turkije staat onder druk vanwege politieke aanvallen tegen de media. Hierbij refereert het rapport aan de Doğan Media Groep "De rechtszaak als gevolg van een fiscale boete die de Dogan Media Group in 2009 kreeg opgelegd, duurt voort. De media leggen zich sinds het begin van deze rechtszaak beperkingen op. Politici en hooggeplaatste functionarissen, onder wie militaire functionarissen, hebben aanklachten ingediend tegen journalisten vanwege het uitoefenen van hun werkzaamheden."
Groeiende intolerantie
Het Progress Report maakt verder melding van ‘haatdragende’ toespraken en intolerantie gericht tegen minderheden, onder andere door pro-islamitische en ultra-nationalistische media.
Tegelijkertijd signaleert het rapport een verbetering van de culturele rechten in relatie tot uitzendingen in andere talen: door aanpassingen in de bevoegdheden van de Hoge Raad voor Radio en Televisie (RTÜK) zijn restricties op uitzendingen in het Koerdisch en andere talen door private en publieke kanalen op lokaal niveau opgeheven. Veertien radiostations en tv-kanalen kregen toestemming om in het Koerdisch en Arabisch uit te zenden.
Klik hier voor inzage in het volledige rapport.