RSF brengt repressie media in nasleep legeroperaties zuidoosten in kaart

Reporters sans Frontières (RSF) stelt in een verklaring dat de druk op journalisten in Zuidoost-Turkije toeneemt als gevolg van het grensoverschrijdende offensief van het Turkse leger tegen gewapende strijders van de PKK. Journalisten die aandacht besteden aan de Koerdische kwestie worden door regeringsfunctionarissen steeds vaker beschuldigd van steun aan de PKK. RSF vreest bovendien dat de regering steeds meer controle wil uitoefenen over de verslaggeving van de legeroperaties in het gebied.

 

Volgens RSF wordt de publicatie van interviews met PKK-militanten in de Turkse wetgeving nog steeds als terroristische propaganda beschouwd. Zo worden Nese Düzel en Adnan Demir van het liberale dagblad Taraf (Richting) vervolgd voor twee artikelen die zij in april 2010 hebben gepubliceerd. Deze bestaan uit interviews met twee voormalige PKK-leiders, Zübeyir Aydar en Remzi Kartal. De openbare aanklager heeft op 14 oktober een gevangenisstraf van zeven en een half jaar tegen hen geëist.Ook wil het Openbaar Ministerie journalist Ertugrul Mavioglu vervolgen vanwege een artikel dat in oktober 2010 in het dagblad Radikal verscheen. Het gaat om een interview met Murat Karayilan, één van de leiders van de KCK, een afsplitsing van de PKK die met name actief is grote steden.

 

Tegen Recep Okuyucu - verslaggever voor Taraf in de provincie Batman in het zuidoosten van Turkije en werkzaam voor de lokale krant Batman Medya - is ook een gevangenisstraf van zeven en een half jaar geëist. De openbare aanklager in Diyarbakir beweert dat hij 53.848 keer de website van het persagentschap Firat - www.firatnews.org - heeft proberen te bezoeken. Deze website is door de autoriteiten verboden op beschuldiging van de verspreiding van PKK-propaganda.

 

Langdurige detentie
Tayyip Temel - columnist en voormalig hoofdredacteur van het Koerdische dagblad Azadiya Welat - is op 4 oktober in Diyarbakir gearresteerd en in hechtenis genomen. Temel werd ruim vijftien uur ondervraagd door speciale aanklagers, die ook 35 andere personen die verdacht werden van banden met de KCK verhoorden. In september werd de aanklacht bekend tegen twee journalisten die werkzaam zijn voor het pro-Koerdische nieuwsagentschap Diha (Dicle Haber Ajansi): Kadri Kaya - chef van het kantoor in Diyarbakir - en Erdogan Alkan, verslaggever in Batman. Het tweetal zit al sinds 15 april in voorarrest en verschijnt op 2 november voor eerst voor de rechter in Diyarbakir. De journalisten hangt twintig jaar gevangenisstraf boven het hoofd op beschuldiging van samenwerking met en propaganda voor de PKK. Dit is het gevolg van hun berichtgeving over demonstraties van Koerden en operaties van het Turkse leger. Alkan wordt bovendien vervolgd vanwege artikelen over de rechtszaak tegen een ‘dorpswacht' - onderdeel van een militie die het leger steunt - beschuldigd van seksueel misbruik van een minderjarige in in Batman. Het OM beschuldigt hem van ‘belediging van de strijdkrachten'.

 

Aydin Yildiz - verslaggever van Diha in Mersin - is op 1 oktober gearresteerd toen hij het hoofdkantoor van het pro-Koerdische dagblad Özgür Gündem (Vrije Agenda) verliet. Yildiz werd voor verhoor overgebracht naar Gaziantep waar hij sindsdien in voorarrest zit. Hetzelfde geldt voor Kazim Seker -redacteur van Özgür Gündem - die op 4 oktober in Istanbul is gearresteerd. Mensenrechtenactiviste en advocate Eren Keskin, uitgever van deze krant, kreeg van de Orde van Advocaten in Istanbul een waarschuwing vanwege een verwijzing naar ‘Koerdistan' in een lezing die zij in 2004 gaf. Deze waarschuwing volgde toen het Hof van Cassatie in mei 2010 besloot alsnog een voorwaardelijke gevangenisstraf van tien maanden en een geldboete van 1.200 euro aan haar op te leggen, nadat zij beroep had aangetekend tegen een eerdere uitspraak van een rechtbank in Urfa.

 

In een interview met het liberale dagblad Radikal op 11 oktober stelt Egemen Bagis - minister verantwoordelijk voor de onderhandelingen met de Europese Unie - dat de regering zich zorgen maakt over de excessieve uitbreiding van de periode van voorarrest. Zo zou premier Erdogan functionarissen hebben opgedragen te onderzoeken hoe dit in Europa wordt toegepast en aanbevelingen te doen voor verbeteringen. "Het beperken van het voorarrest is al lange tijd één van de belangrijkste voorwaarden die we aan de Turkse autoriteiten stellen", aldus Reporters sans Frontières. "We juichen dit initiatief van de regering toe. Dit kan een keerpunt betekenen, mits beloftes door actie word gevolgd in alle delen van Turkije."

 

Verslaglegging demonstraties
Na tien maanden in voorarrest is Emine Altinkaya - een verslaggever van Diha in Ankara - in afwachting van haar rechtszaak eind september vrijgelaten. Ze werd op 27 november 2010 gearresteerd toen ze verslag deed van een demonstratie in de Turkse hoofdstad. Twee verslaggevers van Diha in Istanbul - Safiye Alagas en Olcay Kizilpinar - komen binnenkort ook voor de rechter. Zij worden beschuldigd van steun aan de PKK. Het tweetal is op 30 juli gearresteerd tijdens een optocht georganiseerd door Sirri Süreyya Önder, vertegenwoordiger van de legale pro-Koerdische partij BDP. De politie legde beslag op camera's, mobiele telefoons, SIM-kaarten, USB-sticks en een laptop.

 

Overheid schrijft media wet voor
Journalistieke vakorganisaties in Turkije hebben scherpe kritiek op de bijeenkomst die premier Erdogan op 21 oktober belegde met eigenaren en leidinggevenden van landelijke media. Hij riep de pers op zich terughoudend op te stellen in de verslaglegging van het conflict in het zuidoosten en zich te onthouden van PKK-propaganda. Nog zorgwekkender is volgens Reporters sans Frontières de gemeenschappelijke verklaring die vijf toonaangevende persbureaus - Anadolu Ajansi, AHT, ANKA, CIHAN and IHA - op 24 oktober publiceerden. Hierin kondigden zij aan dat zij ‘gemeenschappelijke principes hebben vastgesteld voor de berichtgeving over terroristische incidenten'. Zo hebben de persbureaus zich verplicht zich te ‘onthouden van interpretaties die angst, chaos, vijandigheid, paniek of intimidatie kunnen veroorzaken (...) en erop toe te zien dat deze niet bestaan uit propaganda voor illegale organisaties'. Bovendien zeggen zij toe zich te ‘houden aan publicatieverboden die door hiertoe bevoegde autoriteiten zijn uitgevaardigd'.

 

"We hoopten dat de periode waarin de regering de media voorschrijft hoe zij over de meest gevoelige kwesties moeten berichten allang achter ons lag", aldus Reporters Without Borders. "De verklaring waarin de belangrijkste persagentschappen zich committeren aan de officiële lijn is een serieuze bedreiging van de persvrijheid. Zullen deze persbureaus - verantwoordelijk voor de informatievoorziening aan alle media - vrijwillig meewerken aan een informatiestop? Het bagatelliseren van het aantal slachtoffers in de regio of de beslissing over sommige operaties niet te berichten heeft negatieve gevolgen voor het vertrouwen in de media. Een volledige en objectieve berichtgeving over de ontwikkelingen in het zuidoosten is een cruciale voorwaarde voor een vreedzame oplossing van de Koerdische kwestie."