Turkije neemt van 178 landen de 138ste positie in op de World Press Freedom Index die op 20 oktober door Reporters sans Frontières (RSF) is gepubliceerd. Dit is een daling ten opzichte van vorig jaar toen het land nog op de 122ste plaats stond. RSF hekelt het snel stijgende aantal sancties dat aan journalisten wordt opgelegd. President Gül erkende dat Turkije op het gebied van persvrijheid weliswaar vooruitgang heeft geboekt, maar dat er nog steeds tekortkomingen zijn.
Turkije neemt nog steeds een hoge plaats in op de internationale ranglijst en staat tussen Singapore en Ethiopië in. Deze gebrekkige reputatie op het gebied van persvrijheid wijt RSF aan “het ongebreidelde aantal rechtszaken, detenties en gerechtelijke vonnissen tegen journalisten.” President Gül benadrukte in een reactie het belang van persvrijheid. “We hebben veel stappen gezet om te voldoen aan de criteria voor toetreding tot de Europese Unie. Toch zijn er nog steeds tekortkomingen, zoals het groeiende aantal rechtszaken tegen journalisten”, aldus Gül. “Ik ben ervan overtuigd dat deze zaken tot een oplossing komen zodra zij voor de rechtbank komen. Persvrijheid is een belangrijk grondrecht en zegt iets over de waardigheid van een land.” De president benadrukte dat persvrijheid één van de belangrijkste democratische grondbeginselen is. Hij stelde dat iedereen zijn mening tot uitdrukking moet kunnen brengen, zolang er niet tot geweld wordt opgeroepen. “We zijn volwassen genoeg om goed van kwaad te onderscheiden.”
De World Press Freedom Index beleefde dit jaar zijn negende editie. Bovenaan de ranglijst staan Finland, IJsland, Nederland, Noorwegen, Zweden en Zwitserland.