Twee stappen vooruit, één achteruit. Zo ontwikkelt de persvrijheid zich in Turkije, is in de overtuiging van vooraanstaande journalisten uit Turkije en Nederland. Op vrijdag 9 januari gingen zij in de Amsterdamse Balie tijdens het debat ‘Medialandschappen in Turkije’: balanceren tussen macht en media’ in discussie over de grenzen aan de persvrijheid in Turkije.
Trieste balans
De belangrijkste aanleiding voor het debat is het feit dat in de afgelopen 16 jaar in januari 3 belangrijke journalisten in Turkije zijn vermoord. Mehmet Ülger, voorzitter van Röportaj, stond kort stil bij de dood van onderzoeksjournalist Uğur Mumcu (1942-1993), de jonge verslaggever Metin Göktepe (1969-1996) en Hrant Dink (1954-2007). Na de moord op Dink, een Armeens journalist die in Turkije woonde en werkte, protesteerden tienduizenden mensen in de straten van Istanbul. Een gebeurtenis waarvan tijdens de bijeenkomst indrukwekkende beelden zijn getoond. “Aan onze oprichting ligt een trieste reden ten grondslag”, aldus Ülger. “Röportaj wil echter niet met een opgeheven vinger vertellen hoe het in Turkije anders moet. We willen de publieke opinie en vooral journalisten informeren over persvrijheid in Turkije. Dit doen we onder meer door een brugfunctie te vervullen tussen verslaggevers in Turkije en hun collega’s in Nederland.”
Hans Verploeg van Freedom House gaf een overzicht van het aantal vermoorde journalisten in de hele wereld. Op het gebied van persvrijheid staat Turkije op de 101e plaats. Verploeg: “De enorme aandacht voor de moord op Hrant Dink is terecht, maar vaak wordt de positie van lokale verslaggevers – werkzaam voor kleine dagbladen – vergeten. Als zo’n journalist iets overkomt, is hiervoor nauwelijks aandacht.” Een stelling die werd gedeeld door Yasemin Congar, adjunct-hoofdredacteur van het nieuwe dagblad Taraf dat begin 2007 is opgericht om in de berichtgeving een ander, eigenzinnig geluid te laten horen. “Verslaggevers werkzaam voor kleinere, met name pro-Koerdische media worden door collega’s in dienst van de grote mediaconcerns niet voor vol aangezien en niet als echte journalist beschouwd.”
‘Politiek correct’
Kürşat Bumin – columnist voor Yeni Şafak, een liberaal-islamitische krant die wordt gezien als een medium dat dichtbij de AKP staat – stelde dat de beperkte persvrijheid in Turkije een afgeleide is van het feit dat het land een totalitaire staat is geweest. “Er heerst een grote mate van onvrijheid. Mensen zijn geconditioneerd om de overheid te steunen in bijvoorbeeld het verzwijgen van de Armeense kwestie.” Een analyse die Jessica Lutz, correspondent voor het NOS Journaal in Turkije – onderschreef. Ter illustratie wees ze op een item dat ze in december 2008 maakte over vrijheid van meningsuiting in Turkije. “Ik vroeg mensen op straat of de Armeense kwestie vrijelijk ter discussie moest komen. Het merendeel zei ‘Nee’. En dat is het wezenlijke probleem: een grote meerderheid denkt dat legitiem is de ruimte te beperken waarin zulke onderwerpen ter sprake komen.” Een uitgangspunt dat vooral door angst is ingegeven, erkende Lutz. “Een wijdverbreide opvatting is dat als je iedereen toestaat zijn mening vrij te uiten, er onmiddellijk geweld in de straten ontstaat, dat zich verspreidt als een bosvuur.”
Scoop over leger
Deze angst is niet geheel ontrecht, want aan de lopende band worden journalisten aangeklaagd, omdat zij een onderwerp dat als taboe te boek staat – het leger, de relatie tussen kerk en staat of de ondeelbaarheid van de Turkse natie – aan de orde stellen. De nieuwe krant Taraf heeft hiermee ook te maken. De krant, die nog maar één jaar bestaat, heeft een team van advocaten ingehuurd, omdat vele redacteuren zijn aangeklaagd. Een redacteur hangt een gevangenisstraf boven het hoofd. Taraf had in oktober 2008 een scoop toen ze de hand legde op vertrouwelijke militaire informatie. Het ging om strategische manoeuvres in Zuidoost-Turkije, waar het leger tegen PKK-strijders vecht. Taraf moest onmiddellijk alle documenten aan het leger overdragen. De redacteur die hierover berichtte, heeft nu een proces aan zijn broek, evenals de krant zelf. Adjunct-hoofdredacteur Congar: “Onze focus ligt op het leger, omdat dit in Turkije ongekozen macht is. Het is daarom belangrijk het leger kritisch te volgen, ondanks alle belemmeringen die we op onze weg vinden.”
Papagaaien
Journalist en columnist Oral Çalışlar roemde de inspanningen en moed van Taraf. Çalislar – ongeveer 20 jaar werkzaam voor het nationalistische dagblad Cumhuriyet (Republiek) en onlangs overgestapt naar het liberale dagblad Radikal, onderdeel van het Doğan-mediaconcern – weet waarover hij praat. De journalist belandde in de jaren tachtig enkele jaren in de gevangenis vanwege kritische artikelen. “Turkije zit vol taboes. Taraf stelt deze ter discussie. We geven in die zin het estafettestokje over aan deze jongere generatie. De vraag is: hoe kunnen we het ‘na papagaaien’ door de media en bevolking bestrijden? Het napraten van de regering is niet alleen iets waaraan burgers, maar óók journalisten zich schuldig maken.” Çalışlar benadrukte dat er na de militaire coup van 1980 een nieuwe democratie is opgezet. “Toen meldden zich ineens allerlei minderheden. Ook is er sindsdien een islamitische pers zichtbaar geworden, alleen is die niet eenduidig. Turkije telde altijd vele mediaconcerns. Tegenwoordig zijn het er in feite nog slechts twee: het Doğan-concern en de Erdoğan-volgelingen.”
Twee stappen voorwaarts, één achteruit
Joost Lagendijk – voorzitter van de gemengde parlementaire delegatie van het Europees Parlement en Turkije – concludeerde tijdens het debat dat het nog aantal jaren duurt voordat Turkije lid kan worden van de Europese Unie. “Persvrijheid is een van de thema’s die bovenaan onze agenda staat. Het gebrek aan persvrijheid was er bijna 8 jaar geleden, toen ik mij ging bezighouden met Turkije, en bestaat nog steeds”, aldus Lagendijk. “Toch is er veel veranderd. Het feit dat een krant als Taraf bestaat en dat TRT sinds 1 januari 24 uur per dag Koerdische tv uitzendt, zijn stappen voorwaarts. Maar Turkije is er nog niet met zijn democratie. Daarom moeten we er bovenop blijven zitten.”