Een Turkse journalist wordt strafrechtelijk vervolgd vanwege zijn bewering dat omstandigheden rond de moord op de etnisch Armeense journalist Hrant Dink door inlichtingendiensten in de doofpot zijn gestopt.

Woensdag was de eerste dag van het proces tegen journalist Nedem Sener. De officiële aanklacht luidt dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan openbaarmaking van staatsgeheime documenten en belediging van overheidsmedewerkers. Volgens Sener is het proces tegen hem erop gericht ‘journalisten te intimideren'.

Sener schreef een boek, ‘De moord op Dink en de leugens van de inlichtingendienst', waarin hij beweert dat de politie en militaire onderzoekers niets hebben gedaan met allerlei tips over de moord op Dink in 2007. De regering is een onderzoek begonnen naar aanleiding van die beschuldiging.

Een ultranationalistische tiener vermoordde Dink, omdat die de massamoord door Turken op Armeniërs ten tijde van de Eerste Wereldoorlog had omschreven als genocide. De moord leidde tot internationale protesten en discussies over de beperkingen op de vrijheid van meningsuiting in Turkije. Dink streefde naar verzoening tussen Turkije en Armenië, maar werd in Turkije vervolgd voor zijn genocide-opmerkingen.