Het landelijke dagblad Cumhuriyet opent op 24 april met een Armeense kop: Այլեւս երբէք of 'Nooit meer', terwijl de krant Özgür Gündem kopt met Տես, իմացիր, առերեսուիր of 'Zie, hoor en confronteer jezelf '. 24 april 1915 markeert het begin van massamoorden, waarbij tussen 1915 en 1920 naar schatting tussen 800.000 en ruim een miljoen Armeniërs om het leven zijn gekomen. Beide kranten doorbreken hiermee een taboe en riskeren vervolging. Zo zijn veel journalisten in Turkije berecht vanwege hun visie op de Armeense kwestie.
In het openingsartikel schrijft Cumhuriyet: "De gevolgen van de catastrofe die zich tijdens het Ottomaanse regime heeft voltrokken, zijn nog steeds tastbaar. Het is tijd dat we in het reine komen met een gebeurtenis die het menselijke geweten en rechtvaardigheidsgevoel verlammen. Opdat het nooit meer zal gebeuren!" De krant Özgür Gündem brengt ook de massamoorden op Assyriërs in herinnering. "In 1915 gaf de Staat opdracht tot massamoorden waarbij anderhalf miljoen Armeniërs en 500.000 Assyriërs om het leven kwamen. Hun wonden zijn 100 jaar later nog vers."
Artikel 301
Veel intellectuelen zijn op basis van Artikel 301 van het Turkse Wetboek van Strafrecht berecht vanwege hun visie op de Armeense kwestie. Zoals Hrant Dink, een Armeense journalist, die in Turkije woonde en werkte. Sinds 1996 was hij verbonden aan de Armeens-Turkse krant Agos waarvan hij hoofdredacteur was. Dink bracht nadrukkelijk de Armeense kwestie onder de aandacht. Ook kwam hij op voor de belangen van Armeniërs in Turkije. Uiteindelijk werd hem dit fataal. Hij werd op 19 januari 2007 voor het kantoor van Agos in Istanbul doodgeschoten. Zijn gewelddadige dood bracht in binnen- en buitenlandveel opschudding teweeg. De dag na zijn overlijden betoogden tienduizenden mensen in Istanbul tegen zijn dood.
De beroemde schrijver Orhan Pamuk - die in 2006 de Nobelprijs voor de Literatuur kreeg - werd in 2006 aangeklaagd vanwege een interview dat hij in 2005 gaf aan het Zwitserse dagblad Tages Anzeiger. "Er zijn 30.000 Koerden en één miljoen Armeniërs vermoord. Vrijwel niemand durft dit openlijk uit te spreken, daarom doe ik het. En dat is waarom ik door veel mensen wordt gehaat." Omdat Pamuk deze uitspraken deed voordat artikel 301 geïntroduceerd werd, werd hij op basis van artikel 159 aangeklaagd. Tot een veroordeling kwam het echter niet, omdat de rechtbank niet bevoegd zou zijn geweest.
