Na bijna twintig jaar verslaggeving van rechtszaken tegen journalisten is Erol Önderoğlu (1969), vertegenwoordiger van Reporters sans Frontières in Turkije, zelf aan de beurt. Hij wacht al bijna twee jaar op de inhoudelijke behandeling van zijn rechtszaak. Op 18 april stond hij weer voor de rechter, die de zaak opnieuw verdaagde. Astrid van Unen, interim-voorzitter van Röportaj en bestuurslid van de NVJ, was als waarnemer aanwezig tijdens het proces. Önderoğlu ontvangt op 16 mei in Middelburg de prestigieuze Roosevelt Award voor vrijheid van meningsuiting.
Dit verhaal verscheen op 3 mei op de website van VillaMedia. - tekst: Astrid van Unen; foto: U-Producties
Het was de marteling en moord in 1996 op de 27-jarige journalist Metin Göktepe die Önderoğlu naar de Franse organisatie Reporters sans Frontières (RsF) dreef. Göktepe deed voor dagblad Evrensel in Istanbul verslag van een protestdemonstratie en werd letterlijk door agenten doodgeslagen. De moord markeert in Turkije nog steeds het keerpunt in de strijd voor persvrijheid en tegen schendingen van mensenrechten. Veel Turkse collega-journalisten kenden de getalenteerde Göktepe. Voor Önderoğlu was dit het moment om zich te gaan inzetten voor RsF en later ook voor het onafhankelijke persagentschap Bianet. In Nederland was de moord aanleiding voor de oprichting voor stichting Röportaj, die ijvert voor meer persvrijheid in Turkije.
De in Frankrijk opgegroeide Önderoğlu schuift de dag voor de zoveelste geplande rechtszaak op 18 april opgewekt aan de lunchtafel aan. Nee, hij maakt zich geen zorgen, want hij kent het klappen van de zweep. "Elke actie die we ondernemen betekent risico, maar als we constant een risicoanalyse moeten maken, hebben we geen leven meer.' Wel is hij een illusie armer, zegt hij. 'Werken voor een Franse organisatie bood tot twee jaar geleden nog bescherming. Mijn arrestatie bleek het begin van meer vervolging van journalisten met een dubbel paspoort."
Smerig en kapot
Volgens de jongste tellingen van de International Federation of Journalists (IFJ) zitten in Turkije 122 journalisten gevangen en zijn meer dan 150 media gesloten. Meer dan 2500 journalisten hebben hun baan verloren en ruim 150 zijn verwikkeld in rechtszaken, waarvan er zo'n 70 vastzitten. Önderoğlu werd op 20 juni 2016 gearresteerd nadat hij had deelgenomen aan een bijeenkomst van het Koerdische dagblad Özgür Gündem. De maand ervoor werkte hij één dag als gasthoofdredacteur voor deze krant, uit solidariteit met Koerdische media die onder vuur lagen sinds de onderhandelingen met de PKK waren mislukt. Samen met schrijver en journalist Ahmet Nesin en Şebnem Korur Financi, voorzitster van de Turkse mensenrechtenorganisatie TIHV, belandde hij tien dagen in de gevangenis. "De solidariteitscampagne met de krant Özgür Gündem liep al langer en er deden veel meer mensen aan mee, maar wij hadden pech. Wij waren de eersten die werden vastgezet."
De laatste drie dagen van zijn hechtenis bracht hij door in de beruchte Silivri-gevangenis, waar meer journalisten vastzitten. "Dat enorme complex huisvest vele kleinere gevangenissen, en wij kwamen in Sectie 5 terecht, waar het alles kapot en heel smerig was. Alsof er net een militaire actie had plaatsgevonden. Niets was nog heel, alleen de sloten functioneerden nog, helaas. We hebben de tijd benut om zaken te repareren en om schoon te maken."
Na zijn arrestatie stroomde zijn huis vol met collega's en vrienden om zijn vrouw en zoon te ondersteunen. De internationaal bekende collega-journalist Ahmet Şık, die verschillende keren heeft vastgezeten, nam zijn tienerdochter mee om Önderoğlu's zoon een hart onder de riem te steken. "Schrijf je vader een brief, maar wees voorzichtig met je woorden", adviseerde zij. Önderoğlu's echtgenote had zich voorbereid op een eventuele arrestatie van haar man, maar voor hun zoon was het zwaar. "Hij huilde toen hij me in de gevangenis achter een glazen wand zag."
Steun door dik en dun
Nu hangt hem maximaal 14,5 jaar gevangenis boven het hoofd vanwege drie aanklachten: propaganda van een terroristische organisatie, het opruien tot het plegen van een misdaad en het verheerlijken van een misdaad. Schrijver Nesin is inmiddels uitgeweken naar Frankrijk en dat is de reden dat de rechtszaak steeds verdaagd wordt. Hij dient een verklaring in te leveren, wat hij steeds niet doet. "De vraag is of de rechter onze zaken tegelijk blijft behandelen', zegt Önderoğlu. "Er zal een moment komen dat hij ze loskoppelt, om de processen te versnellen."
Dat de rechter zijn zaak op 18 april heeft uitgesteld tot 9 oktober komt niet als een verrassing. De dag ervoor voorspelt Önderoğlu deze uitkomst al. Eigenlijk is hij niet van plan om te gaan, maar vanwege de Nederlandse belangstelling van onder meer de NVJ besluit hij toch te komen. In de Istanbulse rechtbank Çaglayan Adliyesi staat meer support op hem te wachten, waaronder de viceconsul van Frankrijk, een medewerker van de Noorse ambassade en een aantal journalisten. De begroetingen zijn warm. Mochten al die rechtszaken tegen journalisten een intimiderende uitwerking hebben, dan zijn zij daar ongevoelig voor. Er heerst steun door dik en dun en de strijd voor persvrijheid wordt breed gedeeld.
"Natuurlijk gaan wij door", stelt Önderoğlu. "Wie zich in de straten begeeft, onder de mensen, hoort veel klachten over politieke onderdrukking en over armoede. Zij worden niet gehoord door de grote meerderheid van de media, maar zij verdienen wel een stem. Vanuit die overtuiging denk je niet aan de risico's die je loopt. Wij zijn nog vrij, wij kunnen de strijd voor persvrijheid voeren. We moeten met beide benen op de grond blijven."
Haat-liefdeverhouding met de staat
Önderoğlu refereert aan de jaren 80 van de vorige eeuw, toen in Turkije een militaire dictatuur heerste en de generaals eveneens jacht maakten op onafhankelijke journalisten en oppositiekranten. In de jaren negentig 90 lagen vooral de islamitische media onder vuur. "Ik heb vanaf toen namens RsF veel gevangenen en hun familieleden geïnterviewd en honderden rechtszaken bezocht. In juli 2015 beëindigde de regering de dialoog met de Koerden en vanaf dat moment werden al hun media bedreigd met sluiting. Ik heb mij op persoonlijke titel aangesloten bij de solidariteitscampagne met het Koerdische dagblad Özgür Gündem, omdat ik weet dat zij niet meer doen dan onafhankelijke journalistiek bedrijven. Die solidariteit werd ineens verboden, het werd vertaald naar steun aan een terroristische organisatie."
In de jaren tachtig was de vijand van de pers duidelijk, stelt Önderoğlu. "Nu ook. Alles draait om het versterken van één partij en één man, namelijk president Erdoğan. Voor ons ligt een enorme uitdaging in deze samenleving, die diep verdeeld is. We moeten voorzichtig zijn, bronnen extra checken om onze onafhankelijkheid te bewaken." Over de toekomst van de persvrijheid in Turkije is hij uitgesproken pessimistisch. "In Turkije heerst een duidelijk doel om alle tegengeluiden te liquideren. Ze zijn kortom openlijk in hun onderdrukking. Zolang de regering investeert in zijn politieke consolidatie en zijn pijlen richt op het verstommen van de oppositie, dan hebben de vrije media geen bestaansrecht. Er voltrekt zich hier een ramp in de mediasector en die is nog niet voorbij."
Geen snelle oplossing
En hij ziet hiervoor geen snelle oplossing. "Omdat de onderdrukking zo diep gaat. Journalisten hebben altijd al een haat-liefdeverhouding met de staat, maar deze regering toont geen tolerantie naar de oppositie. Erdoğan zal misschien op een bepaald moment uitgeput raken, maar alle geledingen zijn inmiddels zo doorspekt van zijn visie, dat die niet snel zal verdwijnen. Hij heeft vijftien jaar aan mentaliteitsverandering vernietigd en het zal nog decennia duren om dit autoritaire regime voor een nieuwe Europese mentaliteit te veranderen."
Önderoğlu ontvangt op 16 mei in Middelburg de prestigieuze Roosevelt Award voor vrijheid van meningsuiting. De stichting roemt zijn dapperheid en onverstoorbaarheid. "In zijn leven en werk spant hij zich in voor de bewustwording van de noodzaak van de vrijheid van meningsuiting voor mannen en vrouwen, ongeacht hun achtergrond, in Turkije en daarbuiten." Hij kan de prijs gelukkig zelf in ontvangst nemen.