De Europese en Internationale Federatie van Journalisten (EFJ/IFJ) hebben een nieuwe golf van repressie van de media door de Turkse autoriteiten veroordeeld. Zij reageren hiermee op de arrestatie van Murat Sabuncu, hoofdredacteur van het dagblad Cumhuriyet, die op 31 oktober met vijftien collega's door de politie is opgepakt. De journalisten worden beschuldigd van steun aan de Gülen-beweging en de PKK, die in Turkije als terroristische organisaties worden beschouwd.
De politie viel 's ochtends de woningen binnen van veel journalisten die bij Cumhuriyet werkzaam zijn en nam hierbij laptops en computers in beslag. Volgens het dagblad Hürriyet zijn Turhan Günay, Hikmet Çetinkaya, Aydın Engin, Güray Öz, Musa Kart, Bülent Utku, Mustafa Kemal Güngör, Önder Çelik, Bülent Yener, Eser Sevinç en Murat Sabuncu tijdens deze operatie gedetineerd. De politie is ook op zoek naar Akin Atalay, hoofd van de directie van Cumhuriyet, die zich op dit moment in het buitenland bevindt. Tegen vijftien journalisten en leidinggevenden van de krant zijn arrestatiebevelen uitgevaardigd. De arrestaties volgden op een weekend waarbij meer dan 10.000 overheidsambtenaren zijn ontslagen en talrijke mediaorganisaties zijn gesloten.
Politie-inval in woning Can Dündar
Op zondag 30 oktober deed de politie een inval in het huis van Can Dündar, de voormalige hoofdredacteur van Cumhuriyet, in de wijk Çengelköy in Istanbul. In augustus van dit jaar werd Dündar tot zes jaar cel veroordeeld wegens het publiceren van staatsgeheimen. Dündar vluchtte het land uit en werkt nu op een schuiladres in West-Europa aan een boek. Thorbjørn Jagland, algemeen secretaris van de Raad van Europa, gaf uiting aan zijn zorgen over de maatregelen die de Turkse regering tegen de media heeft genomen: "Het is zeer te betwijfelen of de inval bij Cumhuriyet kan worden gerechtvaardigd als een proportionele maatregel, zelfs nu de noodstand van kracht is (...) De autoriteiten moeten onderscheid maken tussen geweld of terroristische acties en oppositionele uitingen en kritiek tegen de regering. Vrijheid van meningsuiting is één van de belangrijkste pijlers van een democratische samenleving", aldus Jaglan.
John Dalhuisen, directeur Europa van Amnesty International, veroordeelt 'het schaamteloze misbruik van de speciale bevoegdheden die de regering onder de noodtoestand heeft'. Hij riep op tot de onmiddellijke vrijlating van de gedetineerde journalisten. "Met de sluiting van mediaorganisaties in het afgelopen weekend is dit de laatste golf van repressie die het ooit zo dynamische Turkse medialandschap heeft veranderd in een niemandsland", zegt Dalhuisen. "De arrestatie van journalisten en stafleden van de enige overgebleven oppositiekrant in Turkije is onderdeel van een voortdurende poging om kritische stemmen het zwijgen op te leggen."
Ook de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) veroordeelt de repressie van de media in Turkije. "Deze laatste golf van arrestaties van vertegenwoordigers van de media brengt opnieuw een grote slag toe aan de persvrijheid in Turkije", zegt OVSE-vertegenwoordiger Dunja Mijatović. "De autoriteiten moeten de persvrijheid herstellen en een levendig en pluriform medialandschap in het land bevorderen."
113 journalisten achter tralies
Op 29 oktober zijn vijftien Koerdische media gesloten, waarmee het aantal mediaorganisaties in Turkije dat is gesloten sinds de staat van beleg van kracht werd, is opgelopen naar 168. Ten minste 113 journalisten zitten in de gevangenis. Eerder deze maand deed de politie in Istanbul een inval bij het tv-station IMC TV, een progressieve en pro-Koerdische tv-zender. De operatie vond plaats op het moment dat het tv-station berichtte over de sluiting van een ander tv-kanaal. Alle mediakanalen die zijn gesloten, worden verdacht van banden met militante groepen en de Gülen-beweging. Er zijn tot nu toe al meer dan 100.000 mensen ontslagen of geschorst en 37 duizend mensen gearresteerd sinds de mislukte staatsgreep.
Bronnen: CNN, Europeanjournalists.org, osce.org, de Volkskrant