Amnesty international dringt aan op vervolging verdachten aanslag Dink

Amnesty International dringt er bij de Turkse autoriteiten op aan een onderzoek in te stellen naar politiefunctionarissen die ervan worden verdacht in 2007 aanwijzingen van een moordcomplot tegen journalist en mensenrechtenactivist Hrant Dink te hebben genegeerd. De verklaring van de mensenrechtenorganisatie volgt op de veroordeling van hoofdverdachte Ogün Samast tot bijna 23 jaar gevangenisstraf.

 

Ogün Samast is veroordeeld door het Gerechtshof in Istanbul. Aanvankelijk was hij veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. De strafmaat is aangepast omdat hij ten tijde van de moord minderjarig was. Achttien andere personen staan nog terecht voor hun betrokkenheid bij de aanslag. "Hoewel de veroordeling van Samast positief nieuws is, is hij slechts één van de personen die verantwoordelijk zijn voor de moord op Hrant Dink. De autoriteiten moeten een onderzoek instellen naar alle omstandigheden die tot zijn dood hebben geleid en de betrokkenen berechten, ongeacht hun positie", aldus Andrew Gardner, landendeskundige Turkije van Amnesty International. "De moord op Dink volgde nadat hij was vervolgd door de Turkse autoriteiten voor zijn publicaties over de identiteit van Turkse burgers van Armeense afkomst. De moord is kennelijk gepleegd met de stilzwijgende toestemming van elementen binnen de Turkse rechtsstaat. Dat kan niet ongestraft blijven."

In september 2010 stelde het Europese Hof voor de Mensenrechten vast dat de Turkse autoriteiten hebben nagelaten informatie te onderzoeken waarmee de moord op Dink had kunnen worden voorkomen. Ook de rol die overheidsfunctionarissen hierbij hebben gespeeld, bleef duister. In juni 2011 zijn kolonel Ali Öz en zeven andere militairen vanwege grove nalatigheid veroordeeld.

Bedreigingen
Hrant Dink - een Turks-Armeense journalist en uitgever - is op 19 januari 2007 vermoord. De hoofdredacteur van het dagblad Agos en redacteur van het invloedrijke dagblad Zaman werd voor het kantoor van zijn krant in Istanbul doodgeschoten. In juni 2011 werden Etyen Mahçupyan and Baskın Oran - beiden journalisten van Agos - met de dood bedreigd. Sinds 2004 is regelmatig sprake van vergelijkbare bedreigingen. De daders zijn nooit berecht.

 

Hrant Dink stond bekend om zijn kritische houding tegenover de Turkse regering. Hij stelde gevoelige thema's aan de orde, zoals de Armeense identiteit en de officiële Turkse versie over de massamoorden op Armeniërs in 1915. Dink is hiervoor meerdere keren vervolgd. In 2005 werd hij veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden voor ‘denigrerende uitlatingen over de Turkse identiteit' als gevolg van publicaties over Turkse burgers van Armeens afkomst. Ook andere personen zijn sindsdien vervolgd op basis van wetgeving die wordt ingezet tegen afwijkende meningen en die volgens Amnesty International een inbreuk is op de vrijheid van meningsuiting.

 

Arrestaties
In maart zijn acht journalisten gearresteerd, omdat zij betrokken zouden zijn van Ergenekon, een ultranationalist netwerk dat banden zou hebben met de Turkse staat. Twee van hen - Ahmet Şık en Nedim Şener - zijn onderzoeksjournalisten die bekend staan om publicaties over mensenrechtenschendingen die zijn begaan door elementen binnen staatsorganisaties. In afwachting van hun rechtszaak bevinden zij zich in detentie. Het tweetal wordt beschuldigd van lidmaatschap van een terroristische organisatie. "De Turkse autoriteiten moeten maatregelen nemen om te waarborgen dat mensen met een afwijkende mening niet het zwijgen worden opgelegd op basis van wetgeving of als gevolg van bedreigingen en geweld", stelt Gardner.