Ahmet Şık (1970, Adana) is onderzoeksjournalist, auteur en vakbondsactivist. Hij studeerde af aan de faculteit voor Communicatie van de Universiteit van Istanbul. Tussen 1991 en 2007 was Şık werkzaam voor verschillende kranten, zoals Cumhuriyet (Republiek), Evrensel (Universeel) en Yeni Yüzyıl (Nieuwe Eeuw). Hij werkte daarnaast als fotojournalist voor het tijdschrift Nokta en voor Reuters. Ahmet Şık is lid van de Vakbond van Journalisten in Turkije (Türkiye Gazeteciler Sendikası, TGS) - lidorganisatie van de International Federation of Journalists - en de Vereniging van Eigentijdse Journalisten (Çağdaş Gazeteciler Derneği, ÇGD). In dagbladen, weekbladen en tijdschriften publiceert hij over mensenrechten, journalistiek en professionele ethiek.
Op 3 maart 2011 werden elf personen in Istanbul en Ankara in hechtenis genomen, onder wie de journalisten Ahmet Şık en Nedim Şener. Op 6 maart werden zij officieel gearresteerd op beschuldiging van lidmaatschap van deverboden organisatie Ergenekon. Op 23 maart gelastte het gerechtshof in Istanbul de inbeslagname van kopieën van het manuscript voor een boek dat Ahmet Şık wilde publiceren onder de titel Het Leger van de Imam (İmamın Ordusu). In zijn boek gaat Şık in op relaties tussen religieuze beweging van Fetullah Gülen en de politie. De confiscatie van het manuscript voedde speculaties dat Şık vooral was gearresteerd vanwege dit boek en niet zo zeer vanwege zijn vermeende betrokkenheid bij Ergenekon.
Het leger van de Imam
Ertuğrul Mavioğlu - co-auteur van Ahmet Şık bij meerdere boeken over Ergenekon - maakte een samenvatting van Het Leger van de Imam. Het boek bevat lange passages over het leven van Fethullah Gülen. Ook worden tot in detail de achtergronden beschreven van een conflict tussen oud-premier Necmettin Erbakan en de Partij voor Nationalistische Beweging (MHP). Bovendien zijn in het boek bekentenissen opgenomen van de oprichters van de stichting Akyazılı die 1966 aan de basis stond van de beweging van Gülen. Ook wordt beschreven hoe Gülen scholen oprichtte en gebruikmaakte van bepaalde mediaorganisaties. In zijn manuscript citeert Şık uitgebreid uit rapporten van de geheime dienst die verschenen voordat AKP-partij in 2002 aan de macht kwam. Ook verwijst hij naar meer recente publicaties van andere journalisten en analisten. Het boek bevat dan ook weinig informatie over Gülen die nog niet bekend was. Het Forum voor een Democratisch Turkije vertaalde passages uit het boek in het Engels. Het volledige manuscript boek lekte via internet uit.
Protesten tegen aanklacht
Op 14 april 2011 hield de rechtbank in Istanbul haar eerste rechtszitting over de boeken 'Een analyse van de contra-guerrilla en Ergenekon' en 'Wie is wie in Ergenekon?' van Şık en co-auteur Ertuğrul Mavioğlu. De twee boeken gaan over de illegale ultranationalistische organisatie Ergenekon die naar verluidt nauw is verweven met de Staat en het leger. De organisatie zou tot doel hebben Turkije in chaos te storten door moordaanslagen en de huidige regering omver te werpen. Şık en Mavioğlu hing een gevangenisstraf van 4,5 jaar boven het hoofd op beschuldiging van het 'schenden van het vertrouwelijke karakter van een onderzoek'.
Een boek dat inslaat als een bom
Hoewel de protesten in binnen- en buitenland aanzwelden en de druk op de regering toenam, was toenmalig premier Erdoğan niet onder de indruk. Hij vergeleek het boek Het Leger van de Imam zelfs met een bom. "In Turkije zitten 26 journalisten in de gevangenis. Geen van hen zit vast vanwege journalistieke activiteiten. Zij worden berecht vanwege hun betrokkenheid bij terreurorganisaties", aldus Erdoğan. "Ik heb geen opdracht gegeven voor de inbeslagname van dit boek, maar moet de politie niet optreden als zij informatie krijgt over een 'bom'?" In mei 2011 werden Ahmet Şık en Ertuğrul Mavioğlu vrijgesproken van de beschuldiging dat zij in hun boeken vertrouwelijke informatie publiceerden. In zijn verklaring voor de rechtbank stelde Şık dat de aanklacht tegen hem en Mavioğlu een juridische basis ontbeert. "De twee boeken die aanleiding zijn voor deze rechtszaak zijn gebaseerd op openbare bronnen. Ze zijn geschreven na diepgravend onderzoek naar aanklachten en bewijsvoering tegen personen die onderdeel zijn van de 'diepe staat'." De journalist beschreef beide boeken als een 'naïeve poging Turkije te verlossen van deze 'verborgen staat'. "We wilden de zwakke plekken in het gerechtelijk onderzoek blootleggen om de échte daders voor hun misdaden te laten berechten." Op 12 maart 2012 - ruim één jaar na hun arrestatie - werden Nedim Şener en Ahmet Şık in afwachting van hun rechtszaak vrijgelaten.
Nieuwe aanklacht
In december 2016 werd Şık opnieuw gevangengenomen. Dit keer werd hij beschuldigd van het maken van propaganda voor de Koerdische Arbeiderspartij (PKK) en FETÖ (de Fethullahistische Terroristische Organisatie, zoals de regering de Gülen-beweging noemt), die volgens de regering wordt geleid door Fethullah Gülen. Aanvankelijk werd Şık twee dagen opgesloten in de Metris-gevangenis in Istanbul, maar later overgeplaatst naar de Silivri-gevangenis. Hem hing een gevangenisstraf van 7,5 tot 15 jaar boven het hoofd. Op 9 maart 2018 werd hij vrijgesproken, nadat hij ruim een jaar in detentie had gezeten.