Canan Çoşkun, journalist

Tegen journaliste Canan Çoşkun van het dagblad Cumhuriyet is in juni 2015 23 jaar en vier maanden gevangenisstraf geëist. Çoşkun zou zich schuldig hebben gemaakt aan het beledigen van een ambtenaar in functie, toen zij op 19 februari 2015 een artikel publiceerde waarin ze stelde dat vertegenwoordigers van de gerechtelijke macht korting en voorrang zouden krijgen bij de aankoop van een huis. De huizen in het district Başakşehir in Istanbul zouden volgens de journaliste door middel van loting toegewezen worden. De betrokken aanklagers en rechters zouden dat lotingssysteem omzeilen en naar verluidt banden hebben met regeringspartij AKP.

 Canan Çoşkun werkt bij Cumhuriyet als rechtbankverslaggever in Istanbul. "Niet alleen mijn krant staat onder druk", zegt ze. "Als in een artikel wordt geschreven over president Erdoğan of één van zijn familieleden, loop je het risico dat je word gedagvaard. Ik geloof niet dat ze deze artikelen echt lezen. Als hun naam in een artikel wordt genoemd, dienen hun advocaten altijd dezelfde aanklachten in. De helft van al deze zaken wordt aangespannen door familieleden van Erdoğan. Journalisten die werken voor de oppositionele media worden voortdurend berecht."

 

Çoşkun laat zich echter niet monddood maken. "Ik ben niet erg optimistisch over de persvrijheid in Turkije. Zolang dit één-partijsysteem waarin één man de dienst uitmaakt niet verandert, zullen ons slechtere tijden te wachten staan. De druk op de media zal elke dag toenemen. Dat betekent echter niet dat we niet meer zullen schrijven. We blijven verslag doen. We zullen verhoord worden, voor de rechtbank gedaagd en misschien zelfs in de gevangenis belanden. Maar we blijven doorgaan met schrijven, want dat is onze plicht. Als wij het niet doen, wie dan wel?"