Freedom House: geen persvrijheid in Turkije

Het Freedom House stelt dat in Turkije geen sprake is van persvrijheid op basis van haar mediaoverzicht over 2014. Zij concludeert dat 2014 voor media in alle delen van de wereld het slechtste jaar was van het afgelopen decennium. Turkije staat met 11 punten op de derde plaats in de ranglijst van landen waar in de afgelopen vijf jaar de grootste achteruitgang plaatsvond. Alleen Thailand (13 punten) en Ecuador (12 punten) scoren slechter.

 

In Turkije is de druk op journalisten toegenomen door nieuwe wetgeving die de media nog verder aan banden legt. Ook lieten regeringsfunctionarissen, onder wie president Tayyip Erdoğan, zich zeer negatief uit over de pers. Daarnaast werden verschillende journalisten met de dood bedreigd. De autoriteiten zetten het Turkse Wetboek van Strafrecht en de Anti-Terreurwet in om journalisten en mediaorganisaties onder druk te zetten. "De regering zet bij berichtgeving over politiek gevoelige vraagstukken alle middelen in om verslaggevers en uitgevers te intimideren. Vorig jaar zijn bekende columnisten en tientallen verslaggevers hierdoor hun werk kwijtgeraakt. Voor hen die hun baan behielden, geldt steeds vaker dat zij zelfcensuur toepassen.

Buitenlandse media als doelwit
In het rapport wordt gesteld dat Erdoğan sinds de Gezi-protesten in 2013 steeds vaker ook de buitenlandse media in het vizier heeft. Hij houdt buitenlandse verslaggevers onder meer verantwoordelijk voor berichtgeving over corruptie door zijn familieleden en ministers in zijn regering. Ook werd wetgeving van kracht die overheidsfunctionarissen de bevoegdheid geeft om zonder tussenkomst van de rechter websites te sluiten. "Door nieuwe wetgeving en wetswijzigingen is de persvrijheid in 2014 verder beperkt", aldus het Freedom House. De strafrechtelijke beperkingen en systematische druk van de autoriteiten creëren volgens haar een klimaat waarin kritische journalisten ontslag boven het hoofd hangt. Door de druk op mediaconcerns en uitgevers kregen in 2014 339 verslaggevers, columnisten en mediavertegenwoordigers ontslag.

Publicatieverbod
Vorig jaar hebben Turkse rechtbanken meerdere keren een publicatieverbod afgekondigd om berichtgeving over omstreden onderwerpen te verhinderen. In februari werd een publicatieverbod van kracht over de rol die de MİT (de Turkse geheime dienst, red) zou hebben bij de aanvoer van wapens naar Syrië. In maart volgde een verglijkbare maatregel toen geluidsopnames uitlekten van een bijeenkomst op het Ministerie van Buitenlandse Zaken over de staatsveiligheid. In mei werd een waarschuwing gegeven na berichtgeving over de mijnramp in Soma, waarbij 301 mensen om het leven kwamen. Regeringsgezinde en andere media namen deze waarschuwing zo serieus dat er nauwelijks ruimte was voor reportages over de omstandigheden waaronder deze ramp zich kon voltrekken of onveilige arbeidsomstandigheden in andere sectoren. In november vaardigde een rechtbank in Ankara een publicatieverbod uit na berichtgeving over de verhoren van een parlementaire commissie van ministers die van corruptie zijn beschuldigd.

Selectieve accreditatie
Het Freedom House hekelt het selectieve beleid voor de accreditatie van journalisten. Zo kregen kritische journalisten in 2014 geen toegang tot partijcongressen en bijeenkomsten van de AKP. Ook verhinderden de autoriteiten dat verslaggevers in het buitenland verslag konden doen van persconferenties of staatsbezoeken.

Bron: www.evrensel.net, 29 april 2015