Internet en social media

Het Turkse Ministerie van Binnenlandse Zaken identificeerde in de zomer van 2018 346 accounts op social media waar op 'provocatieve wijze' zou worden geschreven over de koersval van de Turkse lira. Dat was aanleiding voor een onderzoek naar personen die via social media 'nepnieuws' verspreiden over de Turkse economie. Het was niet voor het eerst dat Turkije kritische berichten op social media aanpakte. Begin 2018 vroeg de regering Twitter, Facebook en YouTube 'schadelijke, aanstootgevende, onware en manipulatieve' inhoud te verwijderen over de militaire operatie tegen de Koerdische militie YPG in Noord-Syrië. Het zijn voorbeelden uit een lange reeks van incidenten waarbij de regering in de afgelopen jaren de druk op het internet en social media heeft opgevoerd.

 

geblokkeerde website

Zo werden begin 2018 ruim 300 mensen opgepakt die zich op social media kritisch zouden hebben uitgelaten over het Turkse legeroffensief in Noordwest-Syrië. De Turkse autoriteiten waarschuwden dat iedereen die kritiek leverde op de militaire operatie of hierover 'valse informatie' verspreidde, zou worden vervolgd. De mensen die werden opgepakt, zaten vast op verdenking van 'het verspreiden van terroristische propaganda'. Tot voor kort was het internet een vrijplaats voor ongecensureerde informatie. Het medium is in de laatste jaren veel gebruikt door journalisten die van andere media zijn geweerd. Hierin komt nu snel verandering. Sinds de Gezi-protesten in 2013 en de mislukte staatsgreep in juli 2016 zijn de vrije podia waarop journalisten kunnen publiceren of uitzenden geminimaliseerd. Ook de social media zijn steeds meer aan banden gelegd, wat betekent dat het delen van kritische posts over de regering, zoals op Twitter en Facebook, risicovol is.

 

 

 Mediawaakhond houdt toezicht
Het Turkse parlement nam in maart 2018 een nieuwe wet aan die voorschrijft dat ook online media een uitzendvergunning nodig hebben. Deze wordt afgegeven door de Hoge Raad voor Radio en Televisie (RTÜK). Sinds de perswet die in 2002 van kracht werd, vallen online media onder deze organisatie. De wet houdt onder meer in dat voor het plaatsen van online video's een vergunning nodig is. Series, livestreams van evenementen en nieuws moeten eerst worden goedgekeurd door deze mediawaakhond. Wat zonder vergunning online staat, kan zonder tussenkomst van de rechter worden geblokkeerd. Het gevolg is dat de regering steeds meer middelen in handen krijgt om haar controle van kranten en televisie uit te breiden naar online media.

 

Omstreden wet
Het besluit om bezoekers de toegang tot websites te kunnen ontzeggen, is gebaseerd op artikel 8 van Wet 5651. Deze wet - genaamd 'Regulering van internetpublicaties en voorkoming van misdrijven als gevolg van dergelijke publicaties' - is sinds november 2007 van kracht. In Turkije kunnen websites worden gesloten als de inhoud schadelijk is voor kinderen, drugsgebruik, gokken en prostitutie stimuleert, een pornografisch of obsceen karakter heeft, aanzet tot zelfmoord, schadelijk is voor de volksgezondheid of beledigend voor Atatürk. Aan Wet 5651 is in 2015 paragraaf 8a toegevoegd, waardoor de premier een verzoek kan indienen om een website 'preventief' te blokkeren in het belang van de openbare orde of nationale veiligheid.

 

censuur

Internetproviders die aan  zo'n verzoek geen gehoor geven, kunnen rekenen op flinke boetes. Veel social media werken echter samen met Ankara uit angst marktaandeel in Turkije te verliezen. Al jaren staat Turkije bovenaan de lijst van landen die Twitter verzoeken accounts of tweets te verwijderen. Twitter gaat vaak op zulke verzoeken in, omdat het bedrijf zich zegt te willen houden aan lokale wetgeving. Ook burgers kunnen zware straffen krijgen voor de posts die zij op sociale netwerken delen. Duizenden personen hebben een rechtszaak lopen vanwege uitlatingen op sociale media. De meeste zaken betreffen het beledigen van de president of het ondersteunen van terroristische organisaties.


Artikel 220.7 van het Turkse strafrecht stelt dat het helpen of 'aanmoedigen' van een terreurgroep tot dezelfde straf kan leiden als lidmaatschap. Zo kan een tweet leiden tot tussen de twee en tien jaar celstraf. Het grootste probleem is dat de rechterlijke macht onder grote druk staat. Sinds de mislukte staatsgreep in juli 2016 was het nog nooit zo gemakkelijk om internet te censureren. Hiertegen in beroep gaan, is steeds moeilijker. Veel rechters wijzen zo'n hoger beroep direct af. Een procedure bij het Constitutionele Hof laat vaak jaren op zich wachten.

 

Blokkades van digitale snelweg
Web-blokkades zijn niet nieuw in Turkije. Al sinds 2015 past de regering ze breed toe. Tientallen nieuwssites zijn alleen via een VPN-server, die lokale servers omzeilt, te openen. Ook Wikipedia is geblokkeerd in Turkije, omdat er informatie op staat die de Turkse regering niet zint. Volgens het ministerie van Transport en Communicatie is de online encyclopedie geblokkeerd, omdat Wikipedia zou bijdragen aan een lastercampagne tegen Turkije in de internationale arena. Pas als Wikipedia een kantoor opent in Turkije en zich volgens het ministerie opstelt 'in lijn met het internationale recht' zal de site weer toegankelijk worden gemaakt.

 

De blokkade van Wikipedia staat niet op zichzelf. Na de mislukte coup in juli 2016 waren Facebook en Twitter tijdelijk niet bereikbaar. Ook na terroristische aanslagen of grote demonstraties zijn deze sociale netwerken, net als chatdienst Whatsapp, vaak niet te bezoeken. In oktober 2016 werden ook opslagdiensten als Dropbox, Google Drive en Microsoft OneDrive geblokkeerd, nadat activisten gevoelige documenten over de AKP-regering hadden gelekt. In 2015 werd de toegang tot Facebook, Twitter en YouTube eveneens afgesneden. De autoriteiten namen deze maatregel, omdat online een foto circuleerde van openbaar aanklager Mehmet Selim Kiraz die een week eerder omkwam bij een gijzeling door twee militanten van de verboden extreemlinkse organisatie DHKP-C. De rechter besloot in totaal 166 websites te laten afsluiten, omdat de gewraakte foto hier te zien was.

 

In 2014 werden Twitter en YouTube afgesloten. De videodienst was zelfs twee maanden onbereikbaar tot het Constitutioneel Hof besloot dat de grondwet dat niet toeliet. Toenmalig premier Erdogan besloot tot de blokkade, omdat via social media afgeluisterde telefoongesprekken waren verspreid die erop wijzen dat de premier en mensen uit zijn omgeving corrupt zouden zijn. Twitter gaf geen gehoor aan zijn verzoek deze content te verwijderen en werd daarom volledig geblokkeerd.